Een man komt onverwacht
Nog met de laatste trein
(’t Is reeds na middernacht)
Hij moet op ’t Singel zijn
Met ’t oog op ’t late uur
Gaat hij heel zacht naar boven
Maar, vreselijk avontuur
’t Is haast niet te g’loven
Hij vindt z’n vrouw in bed, maar met zijn compagnon
‘De politie moet erbij’, dat was waar hij op zon
Hij heeft zich daartoe daad’lijk naar de Munt begeven
Bij gebrek aan ’n agent las hij hoe men alarm moest geven:
In geval van brand, ’t ruitje stuk
Draai ’n keer of wat aan de kruk
Wacht tot uw signaal is verstaan
En daad’lijk komt de brandweer aan
Wat hij had aan de hand
(’t Viel hem daad’lijk in)
Was geen geval van brand
In de gewone zin
Maar om op heterdaad
’t Paartje te attrapperen
Wist hij geen beet’re raad
Dan de brandweer alarmeren
Hij neemt z’n paraplu en slaat ’t ruitje stuk
Zijn hand grijpt zenuwachtig ook reeds naar de kruk
Maar op ’t ogenblik dat hij zal overhalen
Bedenkt hij zich wat hij zich daarmee op de hals kan halen:
Al wie zonder reden alarmeert
Wordt voor dit vergrijp gechallengeerd
De aangerichte schade wordt vergoed
En de overtreding beboet!
Hij loopt, ’t sloeg juist een uur
Naar huis weer, ongerust
En vindt het minnevuur
Nog altijd niet geblust
Het smeulend vuur, zowaar
Begon opnieuw te laaien
Het overspelig paar
Lag nog… in lichterlaaie!
Van woede en schrik kon d’arme man haast niet meer gaan
Zo lang had hij z’n vrouw nog nooit in brand zien staan
En zonder zich om wet of boete te generen
Loopt hij weer naar de Munt om brand te alarmeren
’t Was een bof, de ruit was al stuk
Hij draait ’n keer of wat aan de kruk
’t Bleek dat men het sein had verstaan
Want daad’lijk kwam de brandweer aan
Dra was ’t Sophiaplein
Met spuiten heel bezet
De commandant die sprong
Eraf met vlugge tred
Hij zag ’t brandsignaal
Een man die stond te beven
En vroeg hem heel brutaal:
‘Kan jij ons uitkomst geven?’
En bevend zei de man: ‘Ja, beste commandant
Toen ik vanavond thuiskwam stond mijn vrouw in brand
Mijn compagnon, die heeft ’t vuurtje aangestoken
Toen liep ik gauw naar hier en heb de ruit gebroken’
Want
In geval van brand ’t ruitje stuk
Draai ’n keer of wat aan de kruk
Wacht tot uw signaal is verstaan
En dadelijk komt de brandweer aan!
Maar Meier zei: ‘M’n vriend
Jouw brandje heeft een staart
Je bent toch ook geen kind
’t Is van private aard
Als jouw vrouw staat in brand
Daar komen wij niet tussen
Wees dan maar bij de hand
Om zelf ’t vuur te blussen
Als wij ons moesten storen aan elk’ echtgenoot
Wiens vrouw in brand geraakt voor vriend of voor vennoot
Dan kwamen wij geen enk’le maal meer uit de kleren
Want dag en nacht zou men de brandweer alarmeren
Je hebt zonder reen gealarmeerd
Daarom word je dus verbaliseerd
Zorg dat de schade wordt vergoed
En daarbij ben je ook beboet!’…
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.