Home / Liedjes / De dodensprong

De dodensprong


Zij waren artisten, die beiden
Bedrukt door de zorgen van ’t vak
Steeds hopend op betere tijden
Gehuisvest hoog onder een dak.
Hij draaide zijn salto’s zo prachtig,
Zij zong hare liedekens blij,
Hij was als van staal, jong en krachtig
De vrouwelijke charme had zij.

Het geluk in ’t vak was verdwenen
Hij kreeg maar geen engagement
Niets had hij meer om te belenen
Zo’n tijd had hij nimmer gekend.
Zijn vrouwtje zag hij verkwijnen
Daar ’t nodige steeds hen ontbrak,
De gelukszon wilde niet schijnen
Bij die twee daar onder een dak.

Door wanhoop tot ’t uiterst gedreven
Heeft hij nu een waagstuk bedacht.
Hij sidderde nooit voor het leven
Doch bouwde steeds op zijn kracht.
’n Dodensprong, wilde hij gaan maken
Uit de nok van het circusgebouw
Wellicht maakt hij dan goede zaken
Het is toch voor haar, zijne vrouw!

De zaak is in orde gekomen
’t Kontrakt is getekend en klaar
Ook heeft hij een voorschot genomen
Om toch iets te kopen voor haar.
Hij kocht haar van alles, ook bloemen
En sierde de kamer daarmee
Voor ’t eerst kon hij zich weer noemen
Geslaagd en gelukkig, tevree.

Geluk kon de direktie zich wensen
Op d’ avond van de grote dag
’t Voorplein zag zwart van de mensen
En rijtuigen van allerlei slag.
Men verdringt zich bij de loketten
De emotie wordt graag nagejaagd.
Zelfs buiten verkoopt men biljetten
Waarvoor men het dubbele vraagt.
De voorstelling is aangevangen
Gaat kalm tot zover voorbij

Nu wordt er de brug uitgehangen
En is de held van de dag aan de rij.
Wat treedt hij daar statig naar voren
Volkomen bewust wat hij doet
Een dond’rend applaus doet zich horen
En dankend brengt hij zijn groet

Zij was verpletterd van smarte
Toen men het vertelde aan haar
Zijn dood brak haar plots’ling het harte
Zij zakte van smart in elkaar.
Hij werd van de armen begraven
Alleen door zijn vrouwtje betreurd
De paarden die zag men weer draven
In ’t circus als of er niets was gebeurd.

Doch ’t vrouwtje kon niet meer wenen
Ook denken kon zij niet meer
Opeens is de arme verdwenen
Op ’t kerkhof daar vond men ze weer.
Gestorven door smart niet te noemen
Op z’n graf door de dauw reeds bevocht
Haar hand omklemde de bloemen
Die hij eens voor haar had gekocht

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten