Home / Liedjes / De sierplanten

De sierplanten



Met z’n hoog beladen wagen,
Trok de tuinman door de stad,
Met z’n vrachtje groene planten,
Dat hij weg te brengen had.
Dikwijls dacht hij bij z’n eigen,
Als zoo’n plant vertellen kon,
Schreef ik van die vreemde praatjes
Elken dag een feuilleton.

’s Morgens staan ze bij een doode,
Naast de toegedekte baar,
Hoe deelnemend en aandachtig
En hoe ernstig doen ze daar.
Zie ze dan hun ranken buigen,
Als er angstig wordt gesnikt,
Als er achter hunne blaâren,
Tranen worden ingeslikt.

’s Middags gaan ze naar ’n bruiloft
Bloemen en champagnewijn,
Kijken dan maar goed en oolijk
Of die planten kunnen zijn.
Komt ’n paartje naast ze vrijen,
Zoen, zuchten, minnesmart,
Sluiten ze hun lichte blaâren,
Planten hebben ook een hart.

Dan weer gaan ze op ’n wagen
Naar een feestvergadering,
Sprekers, zangers, eereleden,
Zitten in de groene kring.
Bij de vurigste betoogen
Blijven zij nog rustig staan
En ze hooren heel wat onzin
Zwijgend en geduldig aan.

’s Avonds naar een fijn soupeetje,
Op een ouwe-heeren kroeg,
Tusschen rook en sterke dranken,
Staan zij daar tot ’s morgens vroeg.
Als de ouwe heeren zwaaien
En verheugd zijn van de wijn,
Drinken zij alleen maar water,
Omdat planten wijzer zijn.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten