Home / Liedjes / Je mag me plagen

Je mag me plagen

(Davids/Morris 1920)

Wat ik me van jou laat welgevallen,
Heeft nog nooit een man geaccepteerd.
Jij hebt me beslist,
Zonder dat ‘k het wist,
Wat je noemt in vrijheid gedresseerd.
Je mag me plagen,
‘k Zal het verdragen,
Ik ben een lobbes van een vent.
Je mag me foppen,
Je mag me schoppen,
‘k Zal het verkroppen,
Omdat jij het bent.
Als ik je zie flirten met een ander,
Word ‘k van nijd zoo geel als een citroen.
’t Doet me veel verdriet,
Maar ik zeg het niet,
Want van jou laat ik mij alles doen.
Je mag me plagen,
‘k Zal het verdragen,
Ik ben een lobbes van een vent.
Je mag me foppen,
Je mag me schoppen,
‘k Zal het verkroppen,
Omdat jij het bent.
Soms neem ik me voor, nou zal ‘k het zeggen.
0! Wat krijgt ze straks een grooten mond.
Kom je voor mij staan
En jij kijkt mij aan,
Zeg ik niks… dan zak ik door den grond.
Je mag me plagen,
‘k Zal het verdragen,
Ik ben een lobbes van een vent.
Je mag me foppen,
Je mag me schoppen,
‘k Zal het verkroppen,
Omdat jij het bent.
In gezelschap neem jij m’in de maling,
Zit ik soms gewoon voor idioot.
‘k Krijg een rooien kop,
En voel hier een prop,
‘k Lach dan mee, maar meid, ik schaam me dood.
Je mag me plagen,
‘k Zal het verdragen,
Ik ben een lobbes van een vent.
Je mag me foppen,
Je mag me schoppen,
‘k Zal het verkroppen,
Omdat jij het bent.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten