
Refrein:
Mandolinen zongen zacht in Nicosia,
In ’t middernacht’lijk uur,
Onder ’n hemel van azuur!
Mandolinen zongen zacht in Nicosia,
Hun exotische muziek,
In ’n nacht vol romantiek.
Mando, mandolinen in Nicosia.
Mando, mandolinen voor Maria.
De druivenplukkers trokken door ’t land,
Andreas nam Maria bij de hand;
Ze dansten en dronken ’n paar glazen,
Maria raakte spoedig in extase!
’t Werd ’n nacht vol hartstocht en vol vuur,
Tot aan ’t vroege morgenuur!
Refrein
Maar druivenplukkers trekken altijd voort,
En zoeken hun geluk van oord tot oord!
Maria ligt nu ’s nachts vergeefs te wachten,
Gepijnigd door wanhopige gedachten.
Andreas heeft zijn nieuwe avontuur,
Ergens in een druivenschuur.
Refrein