Home / Liedjes / Naar buiten (Een winterliedje)

Naar buiten (Een winterliedje)

(Kath. Leopold/Kor Kuiler)

Hé, lekker in de buitenlucht,
Wat heeft het flink gevroren!
De wangen pimp’len mij van kou,
En tint’len doen mij d’oren.
Lach uit den kleumer bij het vuur,
Zo’n sukkel toch, zo’n stakker,
Ons stroomt het bloed nog dubbel gauw,
Ons maakt de kou juist wakker.

Wie rijden kan bindt schaatsen aan
En zwiert langs gladde banen,
Op de-ijsbaan viert men vrolijk feest,
Daar wapp’ren vlag en vanen.
De sneeuw verschaft niet minder vreugd
Gaat ballen, haalt de sleden!
Wie moeizaam dijk of duin beklom,
Glijdt lustig naar beneden.

‘k Benijd de mensen in het Zuid
Geen ziertje nu de zomer.
Neen, elke dag meer warmte maakt
Ons elke dag weer lomer.
0, wintertje, ik zou je voor
Geen schatten willen missen;
Je sneeuw, je ijs, ze zullen mij
Zo heerlijk weer verfrissen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten