Roomschen dat zijn wij met ziel en harte,
Roomschen dat zijn wij met woord en met daad.
Roomschen, wat onspoed of leed ons tartte,
Roomschen tot eenmaal het stervensuur slaat.
Roomschen in huis, Roomsch ook daarbuiten
Schamen we ons nimmer d’ eervolle keus;
Lafheid noch vrees zal de lippen ons sluiten;
Roomschen, dat zijn wij, dat is onze leus.
Fierheid en blijdschap doorglanst ons leven,
Wij zijn van adel en Christlijken stam.
Moesten we in strijd of in lijden sneven,
Niemand die ons ooit die blijdschap ontnam.
Fierheid in ’t oog, blijheid van binnen,
Voeren wij krijg met vereenigd geweld,
Fier in het strijden en blijde bij ’t winnen;
Jezus de zege van oudsher voorspeld!
Anderen met ons ook de vreugd geschonken
In Jezus’ name der aard toegezeid,
Moge ook de vijand in liefde ontvonken,
Word’ hij een vriend in den heiligen strijd.
‘Jezus de vreugd, blijdschap der volken’,
’t Ruische steeds breeder ’t wereldruim door.
Eens ga uw kruis, als ’t verschijnt op de wolken,
Ons Roomsche strijders in vreugdjubel voor!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.