Home / Liedjes / Verloren geluk

Verloren geluk


Er was ’s ’n jonkman gereed en gezond
Die kwam van een meisje te houwen;
Eens vroeg ie, toen niemand begreep wat ie deed,
Zeg liefje, wil jij met me trouwen,
Zeg liefje, wil jij met me trouwen?

Ze zei ,,als ik doe wat je graag van me wil,
Dan zou me dat gauw gaan berouwen.
Je hebt op de wereld alleen maar je zelf,
En niets om ’n huisje te bouwen,
En niets om ’n huisje te bouwen.’

,,Ik hou van m’n eigen, van alles wat blinkt,
Van lachen, van zoenen en zingen.
Kom maar ’s terug, als je heb’ wat ik vraag,
En geef me dan aardige dingen,
En geef me dan aardige dingen.

Toen nam die ’n stok en hij trok naar ’n land
Waar menschen niet lachen of zingen
Daar werkte nie tot ie de schatten bezat
Voor aardige, blinkende dingen,
Voor aardige, blinkende dingen.

Maar toen ie terugkwam toen vond ie d’r niet
’t Hutje was leeg waar ze woonde.
Hij vloekte en raasde en schold ‘r voor beest,
Nu zij hem met ontrouw beloonde,
Nu zij hem met ontrouw beloonde.

Hij zocht in ’t dorpje hij zocht in ’t bosch,
Hij zocht ‘r langs velden en wegen.
Hij zocht in de kerk en hij zocht op ’t land,
Maar nerregens kwam die d’r tegen,
Maar nerregens kwam die d’r tegen.

Toen vond ie d’r moeder al grijs en al oud,
De moeder van die hij beminde.
Die zei: ,,ga maar mee en vervloek haar niet meer,
Ik weet waar je haar nog kunt vinden,
Ik weet waar je haar nog kunt vinden.’

Toen gingen ze samen ’t kerkhof op,
Daar was ‘r z’n liefje gebleven.
Ze kon buiten weelde, ze kon buiten geld,
Maar zonder hem kon ze niet leven,
Maar zonder hem kon ze niet leven.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten