
Zeven musjes zitten knusjes
op een takje naast elkaar
En zij babb’len en zij babb’len
nu eens onzin dan weer waar
Over pluisjes, strootjes, huisjes
Lispelt Kraaloog en zij vindt
hare woning
voor een koning
Ook al waait er wel eens wind
Met een vaartje
wipt nu Staartje
vlug van boven naar omlaag
Want dit klantje ziet een handje
met wat kruimels voor haar maag
Wat gesnater en getater
van het troepje op de tak
Want zij zullen
strakjes smullen
van het brood op hun gemak.