Lantaarnopsteker


Met dank aan Ilse Steel voor het sturen van de tekst




De lantaarnopsteker stak de nog op gas of olie werkende straatlantaarns aan. Meestal gebruikte hij hiervoor een lange stok. In sommige plaatsen bestond de straatverlichting uit een gespannen koord tussen tegenover elkaar staande gevels. Aan één gevel zat een katrol, waarmee de lantaarnopsteker de straatverlichting op straat kon laten zakken om die aan te steken.

De lantaarnopsteker was in veel dorpen ook meteen een bewaker, omdat hij ‘s avonds door de dorpen of steden liep. Dit beroep verdween omdat de straatverlichting op het elektriciteitsnet werd aangesloten. De laatste lantaarnopsteker van Nederland ging in Haarlem in 1957 met pensioen.

Maurus van Glangeuil (Frankrijk) was de patroonheilige van de lantaarnopstekers.

Lantaarnopsteker ambacht
De lantaarnopsteker beschreven in het boek Nuttige ambachten 187X.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten