Jong en oud

Caroline Liu - 21-03-2014










Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




1 reactie

  1. Cor Heuvelmans

    Hier wel een lied oud en nieuw. Wijze: daar was laatst een meisje loos.
    Er wordt om de beurt gezongen

    Het lied van vroeger en nu

    1. jong: Nu is er een nieuwe tijd,
    die is veel beter, die is veel beter,
    nu is er een nieuwe tijd,
    wij zijn die oude gelukkig kwijt.

    2. jong: Onze tijd geeft veel vertier,
    lekker fijn swingen, lekker fijn swingen,
    onze tijd geeft veel vertier,
    er is meer vrijheid en meer plezier.

    3. jong: Rijden is naar onze zin,
    vlugger en vlugger, vlugger en vlugger,
    rijden is naar onze zin,
    wij zetten lekker de vaart er in.

    4. jong: Ja, wij mogen nu veel meer,
    nu neem je dagelijks, nu neem je dagelijks,
    ja, wij mogen nu veel meer,
    nu neem je dagelijks een andere heer.

    5. jong: Wij gaan straks de ruimte in,
    lekker naar ’t maantje, lekker naar `t maantje,
    wij gaan straks de ruimte in,
    lekker naar ’t maantje da’s naar onze zin.

    6. jong: Kleren dragen wij nog wel,
    niet zulke dikke, niet zulke dikke,
    kleren dragen wij nog wel, ¬
    maar lekker luchtig en niet dat geknel.

    7. jong: Centen hebben wij genoeg,
    ook mooie huizen, ook mooie huizen,
    centen hebben wij genoeg,
    machinaal werken en niet dat gezwoeg.

    8. jong: A.O.W. en A.W.W.,
    dat is je ware, dat is je ware,
    A.O.W. en A.W.W.,
    goede verzorging en de oudjes tevree.

    9. jong: Kousen stoppen, wat een gedoe,
    is niet meer nodig, is niet meer nodig,
    kousen stoppen wat een gedoe,
    met onze panty’s is dat nu taboe.

    10. jong: Oude tijd en nieuwe tijd,
    wat zal het wezen, wat zal het wezen,
    oude tijd en nieuwe tijd,
    wij gaan toch saam naar de eeuwighe
    1. oud: Er was eens een goede tijd,
    dat was de oude, dat was de oude,
    er was eens een goeie tijd,
    dat was de oude vol zaligheid.

    2. oud: In die goeie oude tijd,
    was er geen onrust, was er geen onrust,
    in die goeie oude tijd,
    was er alleen maar tevredenheid.

    3. oud: In die goeie oude tijd,
    reden geen brommers, reden geen brommers,
    in die goeie oude tijd,
    was op de weg enkel veiligheid.

    4. oud: In die goeie oude tijd,
    waren geen hippies, waren geen hippies,
    in die goeie oude tijd,
    werd er alleen maar op zondag gevrijd.

    5. oud: Iedereen was welgezind,
    leefde zo rustig, leefde zo rustig,
    iedereen was welgezind,
    liet op z’n dooie gemakkie een wind.

    6. oud: Wij, wij reden in een koets,
    heel erreg rustig, heel erreg rustig,
    wij, wij reden in een koets,
    nu eens wat vlugger en dan weer stapvoets.

    7. oud: Borstrok aan en baaierbroek,
    anti reumatisch, anti reumatisch,
    borstrok aan en baaierbroek,
    lekkertjes zweten en ruiken naar koek.

    8. oud: Geld ging in een oude sok,
    daar zat het warrem, daar zat het warrem,
    geld zat in een oude sok,
    wij leefden sober en maakte geen gok.

    9. oud: De belasting was heel laag,
    dat was gelukkig, dat was gelukkig,
    de belasting was heel laag,
    er was geen geld voor een stuk in je kraag.

    10. oud: Ja, de vrouwen waren zo tam,
    naaien en breien, naaien en breien,
    ja, de vrouwen waren zo tam,
    echt lekker deeglijk en mak als een lam.

    11. oud: Oude tijd en nieuwe tijd,
    wat zal het wezen, wat zal het wezen,
    oude tijd en nieuwe tijd,
    wij gaan toch saam naar de eeuwigheid.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten