
Ik ben op zoek naar de tekst van een liedje dat mijn vader altijd voor mijn kinderen zong. Ik ken nog maar een klein stukje:
lappertje krispijn,
hij klopt en klopt
en maakt je schoentjes fijn?…
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
De schoentjes die gaan er met paren
en jammer, de mensen ook
’t Verstand komt niet vóór de jaren
de liefde? Wat vuur en wat rook!
Ach, wisten ’t de vliegende gaaien
Ze werden ’t vrij leven niet moe
Ik zitte mijn schoentjes te naaien
en trekke mijn draadje toe
Hoe groeide uit dat lustige Grietje
die knorrige, dolle katijf?
Een lief als een hemelbietje
en nu zo een duivelig wijf!
Vandaag al de winden aan ’t waaien
En morgen noch bah, noch boe
Ik zitte mijn schoentjes te naaien
en trekke mijn draadje toe
Nu zit ze passie te preken
bij Anneke van het gebuur
En lappen geen woordje te spreken
is het eten te zout of te zuur
Vandaag al de winden aan het waaien
en morgen noch bah of noch boe
Ik zit er mijn schoentje te naaien
en trekke het draadje toe
Wat heb je aan die pinten, die pijpen?
neem liever een druppel, een dop
Ei moet je dat elsen weer slijpen?
houd op met dat eeuwig geklop!
Ik mag me noch roeren, noch draaien
’t Is al verkeerd wat ik doe
Ik zitte mijn schoentjes te naaien
en trekke mijn draadje toe
Weet iemand, daar valt mij al weder
dat schoenmakers raadselken in
’t Verschil tussen wijven en leder?
voor mij is het klaar gelijk tin
De wijven zijn vellen van haaien
En leder is vel van de koe
Ik zitte mijn schoentjes te naaien
en trekke mijn draadje toe
René de Clercq / Emiel Hullebroeck
De schoenlapper
Ik heb geen tijd om lang te slapen
Geregeld ben ik vroeg te been
Als nog de vaak den buur doet gapen
Klop ik de zool al op den steen
Mijn hamer hoort men vaak nog klinken
Als gans de steeg ligt in de rust
En toch laat ik den moed niet zinken
Den helen dag zing ik vol lust
Refrein
Naaien stikken
Plakken flikken
Ja, verstellen kan ik fijn
Hebt ge schoeisels op te knappen
Moesjes, voor of achterlappen
Dubbel zolen, nieuwe kappen
Kom gij zult tevreden zijn
Een echte parel is vrouw Mieken
Zo vind ge er geen tweede meer
Ze is rap en nugger als een bieken
En immer vlijtig in de weer
Zij schonk mij een dochter en twee zonen
‘k Ben op mijn kleuters waarlijk fier
En ’t kleine huis dat wij bewonen
Is ’t netste van heel het kwartier
Refrein
Och klanten zal ik nooit ontberen
‘k Heb in de wijk een goeden naam
Mijn jongens gaan het stieltje leren
Dan werken wij gedrieen saam
En moeder zal er wel voor zorgen
Dat op de toekomst wordt gedacht
Geen vrees meer voor de dag van morgen
Dat schenkt ons moed en sterkt de kracht
Refrein
Ik wens maar alleen gezond te blijven
En binnen enkele jaren zijn
We er boven op met ons gevijven
Dank aan ’t bedrijf van Sint Krispijn
Hoe zou men niet vol ijver zwoegen
Met zulke toekomst in ’tverschiet,
Mijn hart ja, poppelt van genoegen
En ik herhaal mijn lustig lied
Refrein