Luie Klaas
De jongens moesten rekenen,
maar luie Klaas ging tekenen.
Hij zette paardjes op zijn lei,
en maakte er ook een wagen bij.
Toen een koetsiertje op de bok,
met in zijn hand een lange stok.
Het uur ging om en meester zei,
berg weg nu jongens, grif en lei.
Maar laat me eerst je werk eens zien,
of ik ook fouten vindt misschien.
Want voor je taak is goed gedaan,
mag jullie niet naar huis toe gaan.
Jan gaf zijn lei met blij gezicht,
die had zijn werk heel knap verricht.
Ook Hein en Guus, Koos en Derk,
vertoonden vrolijk het rekenwerk.
Maar luie Klaas stond achteraan,
die durfde niet naar meester gaan.
Kom Klaas, zo klonk het, geef eens hier,
heb jij gerekend met plezier.
O zo mijn jongen, ik zie het al,
jij hebt een lei met niemendal.
Ons Klaasje moest weer naar zijn plaats,
nu had het ventje weinig praats.
Hij kreeg een lei vol strafwerk mee,
en meester was heel ontevreê.
Hij schreef aan vader, Klaas was traag,
daarom hield ik hem school vandaag.
Toen broer met zusje, dol van pret,
de tuin invloog, moest Klaas naar bed.
Geen schreien hielp, geen tegenzin,
om kwart voor zes, lag Klaas erin.
Maar het heeft ons Klaasje goed gedaan,
dat zag men hem de andere dag wel aan.
Hij werkte vlug, kreeg alles klaar,
had één enkel foutje maar.
Zie zo zei meester, nu is het goed,
zorg dat je altijd je best zo doet.
Versjes uit oma’s tijd, ( ± 1920 )
Gerelateerd:
Klaas en Pietje Klaasje Pietje, zoo gij niet wilt deugen, Dan verschijnt de zwarte man.…
Klaas Vaak Daar kom ik in het schemeruurDe trappen op geslopen,En doe de deur…
Klaas Vaak die komt Klaas Vaak die komt, Klaas Vaak die komt, Hij komt den schoorsteen…
X
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
bedankt voor het versje van Luie Klaas
Dag Maria
Ik heb voor jou het liedje Luie Klaas.
Luie Klaas
De jongens moesten rekenen,
maar luie Klaas ging tekenen.
Hij zette paardjes op zijn lei,
en maakte er ook een wagen bij.
Toen een koetsiertje op de bok,
met in zijn hand een lange stok.
Het uur ging om en meester zei,
berg weg nu jongens, grif en lei.
Maar laat me eerst je werk eens zien,
of ik ook fouten vindt misschien.
Want voor je taak is goed gedaan,
mag jullie niet naar huis toe gaan.
Jan gaf zijn lei met blij gezicht,
die had zijn werk heel knap verricht.
Ook Hein en Guus, Koos en Derk,
vertoonden vrolijk het rekenwerk.
Maar luie Klaas stond achteraan,
die durfde niet naar meester gaan.
Kom Klaas, zo klonk het, geef eens hier,
heb jij gerekend met plezier.
O zo mijn jongen, ik zie het al,
jij hebt een lei met niemendal.
Ons Klaasje moest weer naar zijn plaats,
nu had het ventje weinig praats.
Hij kreeg een lei vol strafwerk mee,
en meester was heel ontevreê.
Hij schreef aan vader, Klaas was traag,
daarom hield ik hem school vandaag.
Toen broer met zusje, dol van pret,
de tuin invloog, moest Klaas naar bed.
Geen schreien hielp, geen tegenzin,
om kwart voor zes, lag Klaas erin.
Maar het heeft ons Klaasje goed gedaan,
dat zag men hem de andere dag wel aan.
Hij werkte vlug, kreeg alles klaar,
had één enkel foutje maar.
Zie zo zei meester, nu is het goed,
zorg dat je altijd je best zo doet.
Versjes uit oma’s tijd, ( ± 1920 )