9890 MARIETJE
Voordracht gezongen door Gijs langs de weg.
1
Marietje had iets onbehoorlijks gedaan,
Ze was met een jongeling uit wandelen gegaan.
Maar in de roes van de lente der jeugd,
Terecht gekomen naast het pad van de deugd.
Ze huilde en vroeg toen haar vader om raad,
Die man was een ezel en maakte zich kwaad.
Hij zei: Potberdorie! Is dat een historie!
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Toen ik als jij zo oud was, dacht voor men getrouwd was
Niemand aan tri, teri, tral, daldal, da,
Had dan aan je vader een voorbeeld genomen,
Zo iets is je vader nog nooit overkomen.
2
Marietje ging toen naar haar oudste neef Teun,
Daar vond ze tenminste een klein beetje steun.
Die zei: Ja mijn kind, ik ben van meelij vervuld,
Naar die vrijer van jou is alleen maar de schuld.
Als ik hem nog eens op de straat tegenkom,
Dan sla ik zijn lelijke ribbekast krom,
Want je bent van je beiden de onschuldigst verleide
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Hij praatte steeds mooier, die spitsboef, die schooier,
Die lelijke tri, teri, tral, daldal, da,
Neef raasde en vloekte alsof ie een beest was,
Omdat ie zelf niet die vrijer geweest was.
3
Marietje ging toen naar een tante van haar,
Een tedere maagd van omstreeks vijftig jaar,
Die bloosde toen zij het vernam van haar nicht,
En die hing een vuile kopjesdoek voor d’r gezicht.
Eerst snoot ze d’r neus in haar zakdoek
Toen nam ze een verse kop koffie met koek,
En sprak: Oh Marietje, het is het oude liedje
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Je had nee moeten zeggen, toen hij het met je aan wou leggen,
En die sprak van tri, teri, tral, daldal da,
Maar tante die dacht, als ze het mij zouden vragen
Nou dan zei ik vast niet nee,
Maar ik zou het er eens op wagen.
4
Marietje ging toen naar haar moeder om raad,
Die maakte zich niet druk en ook helemaal niet kwaad.
Die zei: Ja mijn kind, zo is `s werelds beloop,
En je weet nu meteen wat er zo is te koop.
Je bent niet de eerste en naar alle schijn
Zul je waarschijnlijk de laatste niet zijn.
Je moet maar niet treuren, eens moest het gebeuren
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Het zijn de beste vrouwen, die voor hun trouwen
Weten van tri, teri, tral, daldal, da,
En dat zeg ik je niet op losse gronden
Want je vader die heeft met mij
Precies hetzelfde ondervonden
Marietje's Grootmoe Voor Marietje's lieve GrootmoeNaar 't kerkhof was gegaan;Voor ze hare lieve oogenAl…
Arme Marietje Wanneer men langs de straten gaatDe rijke kinderen gadeslaatO dan geniet jeMaar…
Marietje van Pietje Heel de buurt stond op stelten, bij het eerste berichtDat bij Jansen…
X
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
9890 MARIETJE
Voordracht gezongen door Gijs langs de weg.
1
Marietje had iets onbehoorlijks gedaan,
Ze was met een jongeling uit wandelen gegaan.
Maar in de roes van de lente der jeugd,
Terecht gekomen naast het pad van de deugd.
Ze huilde en vroeg toen haar vader om raad,
Die man was een ezel en maakte zich kwaad.
Hij zei: Potberdorie! Is dat een historie!
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Toen ik als jij zo oud was, dacht voor men getrouwd was
Niemand aan tri, teri, tral, daldal, da,
Had dan aan je vader een voorbeeld genomen,
Zo iets is je vader nog nooit overkomen.
2
Marietje ging toen naar haar oudste neef Teun,
Daar vond ze tenminste een klein beetje steun.
Die zei: Ja mijn kind, ik ben van meelij vervuld,
Naar die vrijer van jou is alleen maar de schuld.
Als ik hem nog eens op de straat tegenkom,
Dan sla ik zijn lelijke ribbekast krom,
Want je bent van je beiden de onschuldigst verleide
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Hij praatte steeds mooier, die spitsboef, die schooier,
Die lelijke tri, teri, tral, daldal, da,
Neef raasde en vloekte alsof ie een beest was,
Omdat ie zelf niet die vrijer geweest was.
3
Marietje ging toen naar een tante van haar,
Een tedere maagd van omstreeks vijftig jaar,
Die bloosde toen zij het vernam van haar nicht,
En die hing een vuile kopjesdoek voor d’r gezicht.
Eerst snoot ze d’r neus in haar zakdoek
Toen nam ze een verse kop koffie met koek,
En sprak: Oh Marietje, het is het oude liedje
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Je had nee moeten zeggen, toen hij het met je aan wou leggen,
En die sprak van tri, teri, tral, daldal da,
Maar tante die dacht, als ze het mij zouden vragen
Nou dan zei ik vast niet nee,
Maar ik zou het er eens op wagen.
4
Marietje ging toen naar haar moeder om raad,
Die maakte zich niet druk en ook helemaal niet kwaad.
Die zei: Ja mijn kind, zo is `s werelds beloop,
En je weet nu meteen wat er zo is te koop.
Je bent niet de eerste en naar alle schijn
Zul je waarschijnlijk de laatste niet zijn.
Je moet maar niet treuren, eens moest het gebeuren
Tri, teri, tral, dalda, tral, daldal da.
Het zijn de beste vrouwen, die voor hun trouwen
Weten van tri, teri, tral, daldal, da,
En dat zeg ik je niet op losse gronden
Want je vader die heeft met mij
Precies hetzelfde ondervonden
———————
Het enige lied dat ik met een soortgelijke titel heb kunnen vinden is dit:
http://www.muziekschatten.nl/action/work?id=3264#
Misschien kan het je iets verder helpen in de zoektocht.
Succes,
Henk