Zusje peinst

Ans Weerepas - 08-07-2015



Dit versje stond in taalmethode De Meiboom in de vijftiger jaren. Ik meen in klas 4 of 5. Er stond een tekening bij van een meisje dat aan het raam zit te denken/kijken.









3 reacties

  1. Dit is niet wat in het methodeboek stond.

  2. Klara van den Hurk

    Honger

    Helder in de kelder,
    Boter bij de vis
    Kaatje, doe de deur eens open.
    Kijk eens wie er is?

    Er staat een arm meisje
    Ze vraagt een stukje brood
    Geef haar maar een stukje.
    Anders gaat ze dood.

  3. Hanneke Peters

    Zusje peinst
    Al denk ik ook tot middernacht,
    Ik weet dat in mijn klein gedacht
    Niet goed bijeen te rapen,
    Waarom U in zoo’n groote kerk
    Blijft wonen, waar toch, zerk aan zerk,
    Die doode menschen slapen…

    En vindt U dat niet heel erg droef
    Zoo ’s avonds naar dat vreemd gezoef
    Van boozen wind te hooren,
    In zulk een groot, leeg huis alleen
    Met al die heiligen van steen –
    En met dien hoogen toren.
    Waardoor die wilde wind maar waait,
    Waarop die hooge haan maar draait?
    De schrik zou mij bevangen;
    Want als ik naar mijn bedje moet
    En moeder ’t lampje lager doet,
    Laat ik de lip al hangen.[p. 62]

    Uw kleine lichtje doet altijd
    Zoo treurig of het tranen schreit –
    En is dat niet een kruisje,
    Dat ’s morgens vroeg en dat ’s avonds laat
    Maar ééns het deurtje open gaat
    Van Uw verlaten kluisje
    Mijn hoofdje is zeker nog te dom
    Mijn hartje veel te simpel om
    Dat alles wijs te heeten,
    Maar als ik eenmaal groot zal zijn
    Of later… als ik dood zal zijn,
    Dan zal ik alles weten.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten