Verhalen Steel 2



Strand

Sven trommelde met zijn handen op het  stuur van de auto. Waarom in hemelsnaam, had hij zich toch weer over  laten  halen om op zijn vrije zondag naar zee te rijden. Het was gekkenwerk. Bij het eerste straaltje zon stapte half Nederland massaal in de auto en verhuisde naar de kust. Het gevolg was overvolle wegen en dan moest je nog rustig blijven ook. Hij keek even opzij naar Ingrid die met een verwachtingsvolle blik naar buiten staarde. Wat was ze mooi met haar lange ravenzwarte haren en die rode lachende mond. Het strakke strandjurkje onthulde meer dan het verborg en haar lange slanke benen hielden een belofte in voor later op de dag. Hij begon zich wat meer ontspannen te voelen. “Nog even dan kun je weer in aanbidding voor de zee neerknielen.” zei hij.

Ingrid schoot in de lach. “Beetje jaloers?” vroeg ze terwijl ze hem schalks aan keek. Hij schudde van nee en streelde met zijn hand haar knie. Ze begon als een kat te spinnen en tuitte haar lippen in een kus die ze op haar hand zijn richting in blies. Nu wist hij waarom hij in de auto zat op zijn vrije dag, om haar een plezier te doen.

Eindelijk de laatste afslag. Ingrid draaide het autoraampje omlaag en snoof vol welbehagen de frisse zeelucht op. Sven parkeerde de auto op de nog bijna lege parkeerplaats, en ze stapten uit. Ingrid holde met wapperende haren voor hem uit, een plastic tas voor de schelpen bungelde aan haar hand. “Net een kind,” dacht Sven vertederd en sjokte met de volle picknickmand aan zijn ene arm en de parasols onder zijn andere arm geklemd richting strand. Hijgend liet hij zich in het zand neer vallen. Zijn conditie was ook niet meer wat het geweest was, en hij nam zich voor om daar iets aan te doen. Hij keek eens om zich heen en zag dat de drukte nog meeviel. Dat zou over een paar uur wel anders worden als hele gezinnen met kinderen het strand onveilig kwamen maken.

Nadat hij de badlakens had neergelegd keek hij waar Ingrid uithing. Op haar knieën in aanbidding voor de zee dus. Snel pakte  hij  zijn  camera  en  maakte een foto. “Bewijsmateriaal,” mompelde hij. Met een beker koffie en een boek installeerde hij zich op het badlaken. De zonnestralen verwarmden hem en hij voelde zich een tevreden mens. Ingrid kwam met haar plastic tas vol schelpen aanlopen trok haar strandjurkje uit en vlijde zich naast hem neer. Na wat gerommel in de strandtas kwam de onvermijdelijke zonnebrandolie te voorschijn. Koket keek ze hem aan en schoof de bandjes van haar badpak naar beneden. “Werk aan de winkel,” zei ze en legde de fles zonnebrandolie in zijn hand. Zuchtend krabbelde hij omhoog en bekeek de fles in zijn hand. Hij vond het maar een rare fles en dan nog zwart ook, het enige vrolijke was de zilveren dop.

Sven draaide de fles om en verwachtte daar de merknaam te zien, maar de hele fles was blanco. Hij draaide de dop eraf en rook eraan, niets totaal reukloos. “Waarom heb je deze rare fles met zonnebrandolie die nergens naar ruikt, terwijl jij zo gek bent op allerlei geurtjes, in vredesnaam gekocht?” vroeg  hij  haar intussen verwonderd aankijkend.

“Die werden gratis uitgedeeld in het winkelcentrum. Het was wel een beetje eng, de mannen die de flessen uitdeelden aan het winkelende publiek waren  helemaal in het zwart gekleed en met een zwarte zonnebril op hun neus,” zei Ingrid. “Ik vond ze wat opdringerig maar dat zal wel bij de reclamestunt horen dacht ik toen en zodoende heb ik de fles maar aangepakt,” zei ze wat verlegen.

Sven keek eens om zich heen op het nu bijna volle strand en wees Ingrid op de zwarte flessen die overal te zien waren. Ze keken elkaar aan en voelden zich wat onbehaaglijk. Resoluut draaide Sven de dop weer op de fles en stopte hem in de strandtas. Hij zette de parasols maar op; zo hadden ze toch bescherming tegen de brandende zon, dat spul in die zwarte fles vertrouwde hij gewoon niet.

Naast elkaar lagen ze wat te soezen in de warme zon. Na vijf keer een grote strandbal op zijn hoofd te hebben gekregen schopte Sven de zesde keer de bal meters verder weer het strand op. Dreigend keek hij het jongetje aan en zei op boze toon. “Als er nog één bal deze kant uitkomt dan graaf ik een diepe kuil en daar smijt ik je in!” Het jongetje droop af en met een gemompeld, “takkejong,” ging hij weer op het badlaken zitten. Ingrid stikte haast van het lachen en reikte hem een beker koffie aan. “Laat je conditie dat wel toe om een diep gat te graven,” vroeg ze grinnikend aan hem. “Nee maar dat weet hij niet,” zei Sven nu ook lachend. Ontspannend liggend op hun badlaken en met het geroezemoes van de menigte zon-aanbidders op de achtergrond vielen ze in slaap.

Ze werden wakker van de stilte. Het ruisen van de aanrollende golven klonk macaber, en huiverend keken ze om zich heen. Het strand was totaal leeg op de vrolijk gekleurde badlakens en  rondslingerende strandtassen na. Hulpeloos keken ze elkaar aan, en Sven stond op om poolshoogte te gaan nemen. Ingrid krabbelde overeind en hand in hand staarden ze naar de troosteloze leegte. Ingrid bukte en raapte een fles zonnebrandolie op. “Leeg,” zei ze terwijl ze de fles ondersteboven hield. Koortsachtig controleerden ze zo veel mogelijk flessen. Ze bleken allemaal leeg te zijn. Een grote verlatenheid vermengt met angst maakte zich van hen meester. Met de armen om elkaar heen geslagen liepen ze terug naar hun plekje op het strand.

“Geef mij die zwarte fles zonnebrandolie nog eens aan  Ingrid,” zei Sven. Na wat zenuwachtig gerommel in de strandtas overhandigde ze de fles aan hem. “Ik weet bijna zeker dat deze fles er iets mee te maken heeft,” zei hij. “Maar wat en hoe, dat is mij een raadsel.”

Ingrid liet het warme gele zand door haar vingers glijden en zei: “als dat zo is dan is het een prima middel tegen overbevolking.”

Verbluft keek hij haar aan en vroeg hoe ze op die krankzinnige gedachte kwam. Net wilde ze zeggen dat ze dat ook niet wist toen ze vanuit haar ooghoeken een zwarte gestalte waarnam die langzaam op hen toe kwam lopen. In paniek greep ze Sven bij de arm en wees in de richting van de gestalte. Stomverbaasd staarde hij naar de man in het zwart wiens voeten nauwelijks het zand leken te raken. “Is dat net zo’n pias als in het winkelcentrum?” vroeg hij aan Ingrid. Ze knikte en zei met een bibberend stemmetje, “ik ben bang.” Beschermend sloeg hij zijn arm om haar heen en ze kroop zo dicht mogelijk tegen hem aan. De man in het zwart kwam steeds dichterbij en ook Sven voelde iets van angst in zich opkomen.

Hij probeerde dit te onderdrukken door een grimmig gezicht te zetten. Hij zou zich door die in het zwart geklede pias niet laten intimideren nam hij zich voor.

De zwarte gestalte was intussen tot stilstand gekomen voor de vrolijk gekleurde badlakens waarop ze zaten. Zwijgend keek hij op hen neer. Langzaam richtten ze hun blik omhoog en keken de man in het zwart aan. Het enige wat ze van zijn gezicht konden onderscheiden waren twee koolzwarte dwingende ogen, de rest was een vage vlek. Als gehypnotiseerd bleef hun blik met de man verbonden. Een vreemde loomheid maakte zich van hun meester en ze voelden beiden dat hun geest zich openstelde voor ontvangst. Na een paar minuten die wel uren leken te duren werd het oogcontact door de man in het zwart verbroken. Roerloos als standbeelden keken Ingrid en Sven de verdwijnende gestalte na, die steeds vager werd en op leek te lossen in het niets.

Langzaam werden ze zich weer bewust van de omgeving, en van zichzelf. Met een ruk van haar hoofd wierp Ingrid haar lange zwarte haren naar achteren, en probeerde de verstarring die zich van haar meester had gemaakt van zich af te schudden.”Hij is weg,” fluisterde ze zachtjes tegen Sven. Geen reactie. Ze knielde voor hem neer en pakte zijn schouders vast. “Hé wakker worden jij,” zei ze hem stevig door elkaar schuddend. Met een verdwaasde blik in zijn ogen keek hij haar aan en trok haar toen op zijn schoot.

“Ik voel me alsof ik heel diep geslapen heb,” mompelde hij, ondertussen een kus op Ingrid haar koude lippen drukkend. “Kind je bent ijskoud, trek wat aan anders wordt je nog ziek, en we hebben al genoeg meegemaakt vandaag.” Haastig wurmde Ingrid zich in haar strandjurkje en sloeg de grote badhanddoek om haar schouders. Door de schemering die zich nu snel uitbreidde bood het lege strand een sinistere aanblik. De aanrollende golven met het witte schuim op de bijna zwarte koppen overspoelden het strand. Plotseling werden Svens ogen getrokken naar iets glinsterends dat voor hem in het zand lag.

Na een korte aarzeling raapte hij het op en hield een metaalkleurige koker in zijn hand. Ingrid boog zich naar hem toe en zei. “Zou die man in het zwart dit hebben achtergelaten?”

Sven keek haar strak aan en zei, “Dat moet wel,” en tot zichzelf, “Wie anders?”

Ingrid staarde naar de koker in Svens handen en een onheilspellend gevoel bekroop haar. “Maak eens open,” zei ze met trillende stem. Sven betaste de koker, die van een materiaal gemaakt was dat hij niet kende. Hij zocht naar de opening maar hoe goed hij ook keek deze was niet te vinden.

Plotseling werd de koker warm in zijn handen en barste open. Er rolde twee ragdunne kettinkjes voor hun voeten. Ze namen er elk een in hun hand en voelden verwonderd hoe licht het woog. In het midden van elk kettinkje bevond zich een klein ovalen plaatje met daarop een naam.

Volkomen verbijstert staarden ze naar de namen op de plaatjes:

ADAM en EVA.

Ilse Steel

Terug naar verhalen


Frankrijk, je t’aime

Met haar schoudertas om haar linkerschouder en een koffer aan haar voeten staat Saskia op het perron van Gare du Nord. Met een foto van Jean-Michel in haar hand kijkt ze speurend om zich heen. De mensenmassa benauwt haar maar ze durft niet weg te gaan, ze weet niet eens waar de uitgang is. Ze kijkt nog een keer naar de foto die een knappe man laat zien met donkerblond krullend haar, een smal en levendig gezicht, groene ogen, rechte neus en een lachende mond. Jean-Michel heeft ook een foto van haar. Ze vindt zichzelf maar gewoontjes en heeft geen erg in de bewonderende blikken die de mannelijke passagiers haar toewerpen. Met haar lange blonde haar, blauwe ogen, sensuele mond en klein neusje is ze een opvallende verschijning.

Plotseling voelt ze twee armen om zich heen, haar eerste reflex is om een welgemikte klap uit te delen. Ze worstelt zich los uit deze ongewilde omhelzing, draait zich om en staat oog in oog met haar internet geliefde. In rad Frans en met drukke gebaren put hij zich uit in duizend verontschuldigingen. “Het Franse verkeer chérie, is een ramp,” zegt hij met een hulpeloze blik in zijn ogen. “En de chauffeurs zeker niet,” zegt Saskia met een plagend lachje rond haar mond. De glimlach die hij haar teruggeeft doet haar blozen en snel bukt ze zich om haar koffer te pakken. Terwijl Jean-Michel haar bij de hand pakt neemt hij de koffer van haar over en loods haar door de drukke menigte naar de uitgang.

Plotseling voelt ze een lichte paniek opkomen, wat als ze zich vergist. Er verdwijnen zoveel jonge meisjes in deze tijd. Alsof hij voelt waar ze aan denkt verstevigd Jean-Michel zijn greep, “rustig maar dadelijk kunnen we praten, oké?”  Ze knikt en zegt stamelend, oui, oui. Even later loodst hij haar een klein cafeetje binnen. In het halfdonker struikelt ze bijna over een zwarte kat die luid miauwend wegrent. Lachend lopen ze verder en vinden een leeg tafeltje achterin. De ober brengt koffie en twee heerlijk geurende warme croissants.  

Nu ze eindelijk in levende lijve tegenover elkaar zitten voelt ze zich verlegen. Jean-Michel haalt iets uit zijn koffertje, een rol papier dat hij haar met een charmante glimlach overhandigt. “Welkom in Frankrijk mademoiselle.”

Voorzichtig haalt ze het papier eraf. Voor haar ogen ontrolt zich een prachtige reproductie van Toulouse Lautrec. Met een kreetje van verrukking staat ze op en geeft hem spontaan een zoen op zijn wang. Om hen heen klinkt een luid applaus op en met een hoofd zo rood als een biet gaat Saskia weer zitten. Jean-Michel grinnikt hardop en zegt, “heerlijk als je zo spontaan kunt zijn, ik vind de Hollanders over het algemeen erg nuchter maar jij bent een verfrissende uitzondering.”  Saskia heft haar glas en zegt, “ik toast op onze ontdekkingsreis in jouw mooie Frankrijk, maar ook op internet waar we elkaar gevonden hebben.” “En ik, “zegt Jean-Michel met stralende ogen,  “laat je nooit meer gaan.”

Ilse Steel

Terug naar verhalen


Late liefde 

I can get no satisfaction, klonk het luid uit de huiskamer van mevrouw Linda de Jong. Verdorie foeterde Leo Dekkers, die in het huis naast haar woonde, hij ramde een hard-rock cd in de cd speler, en draaide de volumeknop zo ver mogelijk open. Zo eens kijken of die ouwe tang daar bovenuit kan komen mompelde hij met een voldaan gezicht. Met de handen in zijn broekzakken, het lichaam heftig meebewegend op het stampende ritme, slaagde hij erin zich naar de voordeur te manoeuvreren. Hij zag zichzelf in de spiegel en schoot luidop in de lach. Als zijn dochter hem zo zag dan liet ze hem linea recta naar een tehuis transporteren. Zijn kleinzoon vond het prachtig dat opa van die lekkere harde muziek draaide en leende wel eens een cd. Hij woonde in een rustige laan aan de rand van Den Haag en had het er prima naar zijn zin. De mensen die er woonden waren vriendelijk, men groette elkaar en mocht hij ooit hulp nodig hebben dan wist hij zeker dat ze voor hem klaar zouden staan. 

Plotseling werd er met twee vuisten hard op zijn voordeur gebonsd. Leo rende naar de cd-speler, zette het geluid zachter en liep rustig naar de voordeur. Met een zwaai opende hij de deur en toverde een brede glimlach tevoorschijn. Daar stond ze, Linda de Jong in vol ornaat, je moest het zien om het te kunnen geloven. Blond, zwarte strakke rok net boven de knie, een strak rood coltruitje erop, haar lange benen gehuld in zwarte kousen, hoge hakken, haar lippen felrood gestift en behangen met sieraden. Hij schatte haar leeftijd rond de zestig, maar dat zou je haar niet geven. Op hem maakte ze een overweldigende indruk waar hij zich liever aan wilde onttrekken maar die hem desondanks toch bekoorde.

Hij maakte een uitnodigend gebaar naar Linda en ze liep, nee, schreed langs hem de huiskamer in. Gauw sloot hij de voordeur en ging op de stoel tegenover haar zitten. “Wat is er aan de hand Linda dat je zo hard op mijn voordeur staat te bonzen”, vroeg Leo met een lachje in zijn stem. “Dat zul jij niet weten Leo. Altijd als ik lekker van mijn muziek denk te gaan genieten, ga jij jouw cd-speler wel zo hard zetten dat ik het wel kan vergeten”, zei ze en hief dreigend haar vuist naar hem op. “Doe je dat om mij te plagen of zit er iets anders achter Leo.” Ondeugend keek ze hem aan en tot zijn eigen verbazing voelde hij zich weer even een verlegen puber. “Het spijt me”, mompelde hij, “het gebeurt gewoon, maar om het goed te maken zal ik een lekker kopje koffie voor je maken, oké?”  Linda knikte instemmend en vroeg of ze even naar zijn cd’s mocht kijken. “Natuurlijk, ga je gang misschien zit er iets voor je tussen.”

Leo liep vrolijk fluitend de keuken in om koffie te zetten. Terwijl hij de kopjes klaarzette betrapte hij zichzelf erop dat hij zijn ogen niet van Linda af kon houden.  Ze zat op de grond met een stapel cd’s in haar hand en genoot zichtbaar. Dit moet ik vastleggen dacht Leo en haalde zijn digitale camera. “Ouwe rocktante”, mompelde hij zachtjes en met de camera in de aanslag sloop hij naderbij. Toen het toestel flitste keek ze op. “Wat doe je nou Leo?” Met een geheimzinnig lachje om zijn mond pakte hij haar hand en trok haar mee naar de computer. Hij sloot zijn digitale camera aan op de computer en haalde de foto binnen. Toen de foto op het scherm verscheen klapte ze als een verrukt kind in haar handen. “Wat mooi Leo,” zei ze, “ik wist niet dat je zo goed kon fotograferen.”

Onder het genot van een kopje koffie, vertelde Leo aan Linda, dat hij vroeger, naast zijn baan    als computerdeskundige, free-lance fotografeerde voor kranten en weekbladen. Na twee hartinfarcten moest hij het wat rustiger aan doen, was in de wao terechtgekomen, en had van fotograferen zijn hobby gemaakt. Na de dood van zijn vrouw, drie jaar geleden, was hij zich nog intensiever bezig gaan houden met fotografie en dat had hem geholpen om het verlies te verwerken. Nu kon hij weer genieten van kleine dingen en het erop uit trekken om foto’s te maken vond hij heerlijk.

Even viel er een stilte tot Linda opsprong en de koffiepot ging halen. “Welja’’, zei Leo lachend, “doe maar net of je thuis bent.” “Sorry,” zei Linda. “Het komt gewoon omdat ik mij hier prettig voel”, en met een blos op haar wangen schonk ze zijn kopje vol. “Suiker en melk, of wil je dat liever zelf doen?” Hij schudde van nee. “Ik doe het elke dag zelf dus laat ik mij nu eens lekker verwennen.” Ontspannen leunde hij achterover en keek Linda na die met de koffiepot naar de keuken liep. Een spontane vrouw dacht hij bij zichzelf en heel anders dan haar uiterlijk doet vermoeden.

“Boven in het keukenkastje staat de koektrommel, misschien zit er nog wat eetbaars in”, riep hij. Linda maakte de koektrommel open en schoot in de lach. “Crackers”, riep ze blij, “wat lekker Leo.” Hij lachte met haar mee en zei, “daar zul je het dan mee moeten doen, geef mij er ook maar een.” Plotseling kreeg hij een goed idee, liep naar de keuken en gewapend met een kuipje boter een pak hagelslag en twee bordjes keerde hij terug. Triomfantelijk keek hij Linda aan en zei, ”zo nu  kunnen we toch nog iets lekkers bij de koffie nuttigen.”  Genoeglijk verorberden ze de crackers en keken elkaar tevreden aan.

“Wij, mijn man en ik noemden deze crackers onze doordeweekse gebakjes”, zei Linda. “Hij is tien jaar geleden omgekomen bij een verkeersongeluk.” Even kwam er een verdrietige blik in haar ogen. ”Dan was je al jong weduwe”, zei Leo. Ze knikte, keek op haar horloge en sprong op. “Het was erg gezellig Leo, maar nu moet ik naar huis om te koken want mijn zoon komt vanavond eten.” Teleurgesteld stond Leo ook op, hij had haar graag nog wat langer hier gehouden.

“Wacht even, dan print ik de foto voor je uit.” Na drie pogingen lukte het hem om een blad fotopapier fatsoenlijk in de printer te krijgen. Daarna sneed hij de foto netjes recht af en overhandigde hem aan Linda. Verrast pakte ze de foto aan en bedankte hem verlegen. Hij liep met haar mee naar de voordeur. “Linda” zei hij, “ik vond het erg leuk dat we samen koffie hebben gedronken, misschien kunnen we dat nog eens een keertje doen.” Ze knikte en zei  met een guitig lachje, “de volgende keer kom je bij mij maar op de koffie, tot gauw”, en weg was ze. Zo dacht hij, humor heeft ze ook nog.

Neuriënd bracht hij de kopjes en de bordjes naar de keuken. “Ouwe gek”, zei hardop, “je bent bezig verliefd te worden, pas maar op straks krijg je de deksel op je neus.” Plotseling zag hij het stapeltje cd’s in de huiskamer op de grond liggen die ze had uitgezocht. Voor hij het wist stond hij er al mee bij de voordeur. Nee Leo, dit wordt te dol, rustig aan jongen anders verpest je alles al voor het goed en wel begonnen is. Terwijl hij zich omdraaide zag hij een klein briefje tussen de cd’s liggen. Haastig begon hij het hardop te lezen. Beste Leo, ik nodig je uit voor een etentje bij mij aanstaande zaterdag, daarna koffie. Groetjes Linda.

Perplex liet hij zich op de dichtstbijzijnde stoel vallen en las en herlas het briefje. Wat een stiekemerd, hij had haar helemaal niet zien schrijven. Hij sprong weer omhoog uit de stoel en ijsbeerde door de kamer. Zaterdag, dat was over twee dagen al, zijn verwondering maakte plaats voor een voorzichtige blijdschap.

In de keuken maakte hij een stapel boterhammen en zette een pot koffie. Koken deed hij morgen wel weer, nu was hij te onrustig. Leo zette de tv aan voor het nieuws van zes uur en at ondertussen zijn boterhammen op. Niets van het nieuws drong echt tot hem door maar hij genoot van het verwachtingsvolle gevoel dat zich binnen in hem roerde. Hij ruimde alles weer netjes op en pakte een pilsje uit de koelkast. De computer stond nog aan hij begon aan de archivering van zijn foto’s. Na nog even op internet gesurft te hebben, op zoek naar updates van software, zette hij de computer weer uit en keek op de klok. Een uur al. Leo sloot alles af, deed de lichten uit en liep naar boven.

Hij trok de gordijnen in de slaapkamer dicht en kleedde zich uit. In de badkamer poetste hij zijn tanden en keek onwillekeurig in de spiegel. Hij zag een gezicht dat nog weinig rimpels vertoonden, een grijzende haardos, twinkelende ogen en een kaarsrechte slanke gestalte. “Niet slecht Leo”, zei hij tegen zijn spiegelbeeld. Na het leeslampje aangeknipt te hebben stapte hij in bed en rekte zich behaaglijk uit. Toen voelde hij hoe de vermoeidheid hem overmande. Niks lezen, licht uit en slapen dacht hij. Voor hij in slaap viel zag hij het beeld van Linda voor zich.

In het huis naast Leo lag Linda in een warm bad te soezen. Haar gedachten golden Leo. Zou hij haar niet te opdringerig gevonden hebben, om hem nu al voor een etentje uit te nodigen terwijl ze elkaar amper kende? Ze woonde al wel een half jaar naast hem maar veel verder dan goedemorgen, hallo en daag waren ze niet gekomen. Hoe oud zou hij zijn? Toch zeker wel een jaar of zestig, moeilijk te schatten. Het was een aantrekkelijke en vriendelijke man, vanmiddag had ze echt genoten van zijn gezelschap, vandaar dat ze spontaan dat briefje tussen die cd’s gestopt had.

Linda stapte uit bad, droogde zich af en probeerde haar blonde lokken in model te krijgen. Na een poosje gaf ze het op en legde de haarborstel neer. Dan maar even föhnen. Zo, klaar. Tijdens het opruimen van de badkamer keek ze terloops in de grote spiegel. “Alles nog redelijk glad”, zei ze hardop en stak haar tong uit tegen haar spiegelbeeld dat hetzelfde deed. Na nog even wat gekke bekken getrokken te hebben, dat was immers goed voor de gezichtsspieren had ze ergens gelezen, draaide ze de lichtknop om en deed de deur dicht. Eenmaal in bed kwam er van lezen of naar muziek luisteren niets meer. Haar gedachten dwaalden af naar Leo en ze koesterde het gelukkige gevoel dat haar vanaf vanmiddag vergezelde. Met een glimlach rond haar lippen viel ze in als een blok in slaap.

De volgende dag trok Linda erop uit om boodschappen te doen voor het etentje van zaterdag. Ze haalde twee grote biefstukken bij de slager en bij de bakker twee chocoladebollen, het was wel slecht voor haar lijn maar het zou een speciale avond worden had ze zichzelf beloofd dus die lijn kon de pot op. In de supermarkt was het niet druk en ze babbelde even met het  vriendelijke meisje aan de kassa. Met een volle boodschappentas liep ze nog even bij de slijter binnen om een fles rode port te kopen. Met de radio aan en lekker meezingend reed ze weer op huis aan.

Toen ze de auto voor haar huis parkeerde zag ze Leo de voordeur uitkomen. Haar hart maakte een sprongetje, uiterlijk rustig stapte ze uit en haalde de zware boodschappentas uit de achterbak van de auto. Ineens stond Leo achter haar. “Laat mij die zware tas maar even voor je bij de deur neerzetten”, zij hij. “Voorzichtig, daar zit je eten voor morgen in”, riep ze lachend. Linda sloot de auto af liep achter Leo aan die al bij de voordeur stond. “Hartstikke bedankt Leo”, zei ze en stak de sleutel in het slot. Met een armzwaai nam hij afscheid en riep nog gauw, “tot morgen.” Ja, tot morgen dacht Linda en zwaaide terug.

Ze ruimde de boodschappen op, liep de trap op naar haar slaapkamer boven om te kijken wat ze morgen aan zou trekken. In een mum van tijd lag het hele bed vol jurken, rokjes, truitjes en bloezen, maar ze kon geen keuze maken. Peinzend stond ze voor de lege kast, hing alles weer netjes terug en liep naar beneden. Met een oog op haar horloge kijkend greep ze haar tas en autosleutels, tijd genoeg het was toch koopavond. Twee uur later stapte ze tevreden haar huis weer binnen en hing haar nieuwe kleren op hangertjes. Linda maakte een kopje koffie en nestelde zich met een boek op de bank. Haar kon niets meer gebeuren, ze had wel gezien dat Leo een beetje overdonderd was door haar manier van kleden, maar morgen zou ze hem zeker verrassen met haar nieuwe outfit.

Intussen zat Leo bij de kapper, waar hij een gruwelijke hekel aanhad, en het daarom altijd zo lang mogelijk uitstelde. Nu had hij een goede reden om wel te gaan, hij wilde er morgen op zijn best uit zien voor Linda. Echt ijdel was hij niet maar hij vond het wel prettig om er goed verzorgd uit te zien. Na een kwartiertje stond hij weer buiten en was al bijna in zijn auto gestapt toen hij zich bedacht. Hij gooide het portier weer dicht, sloot de auto af en liep de winkelstraat in. Bij een herenmodezaak liep hij naar binnen en begon op goed geluk wat bij elkaar te zoeken. Hij vond het vreselijk om te passen in zo’n nauw hokje maar hij had ook geen zin om morgen weer naar de stad te rijden. Gelukkig had hij de juiste maat meegenomen, alles paste perfect. Snel kleedde hij zich weer om, betaalde aan de kassa en liep fluitend de winkel uit.

Nu nog even een bos bloemen kopen dacht hij en zette koers naar de bloemenwinkel. Nou dat was een stuk lastiger dan kleren kopen, wat een keus. Hij aarzelde bij de rode rozen, schudde van nee, te direct. Even later viel zijn oog op een prachtig boeket diepblauwe irissen, hij haalde de bos voorzichtig uit de emmer liep naar de kassa. “Een cadeautje mijnheer?” Vroeg de verkoopster. Leo knikte en de verkoopster pakte de bloemen in en versierde het geheel met een paar gekleurde linten. “Dankjewel, heel mooi”, zei Leo en rekende af. Bij de auto aangekomen legde hij de bloemen voorzichtig op de achterbank startte de auto en reed naar huis.

Thuis zocht hij zich een ongeluk naar een vaas, gaf het na een tijdje foeterend op en zette de bloemen in een emmer. Verhip, hij was vergeten om water bij de bloemen te doen, haastig liep hij terug en vulde de emmer met een bodempje water. Zo alles geregeld, nu alleen zijn nieuwe kleren nog weghangen. Hij graaide de zak van de bank, liep naar boven en hing alles netjes over de stoel in de slaapkamer. In de keuken maakte hij een grote beker koffie, zette de tv aan en zakte lekker onderuit op de bank. Zo ouwe jongen en nu hou je maar eens even op met rennen anders ben je morgen geen knip voor je neus waard en dat zou toch zonde zijn. Genietend dronk hij van zijn koffie, keek naar een western en verheugde zich op het etentje.

De volgende dag liep hij maar wat te lummelen en kwam er niets uit zijn handen. Om vier uur nam hij een bad, scheerde zich en trok zijn nieuwe kleren aan. Stropdas wel of niet, toch maar doen besloot hij en pakte een smalle zijden zwarte stropdas uit de kast. Na nog een blik in de spiegel geworpen te hebben liep hij naar beneden. Om halfzes trok hij de voordeur achter zich dicht en belde bij Linda aan.

“Ha, daar ben je”, zei ze en hield de deur uitnodigend voor hem open. Bijna had hij de bos bloemen laten vallen zo verrast was hij door haar uiterlijk. Ze droeg een lange wijde rode rok met een zwart kanten geval erop, een topje of zoiets dat wist hij niet precies. Het stond haar prachtig. Een beetje onhandig gaf Leo de bloemen aan Linda en zei bewonderend, “Wat zie je er mooi uit.” Ze kleurde lichtjes en bedankte hem voor het compliment. “Jij ook Leo, wat een mooi colbert, ribfluweel staat je goed.” Ze ging hem voor naar de woonkamer en zei, “maak het je gemakkelijk Leo, over een halfuurtje kunnen we aan tafel. Wat wil je drinken?” Hij wist het niet en zei, “doe maar iets.” Linda kwam terug met een glaasje port in haar hand, “ik hoop dat dit goed is Leo.” Hij knikte van ja, pakte het glas port van Linda aan en nam een slokje. “Heel lekker”, zei hij en knikte Linda goedkeurend toe.

Linda vertrok naar de keuken om de laatste hand aan het eten te leggen en Leo keek genietend de huiskamer rond. De gedekte tafel was een lust voor het oog. Op een wit damasten tafelkleed stonden twee blinkende koperen kandelaars, een prachtige kristallen vaas met rode tulpen en het servies was van een zachtgele kleur. Hij stond op liep wat rond en kwam bij de boekenkast uit. Nieuwsgierig bekeek hij de titels van de boeken, veel literatuur en geschiedenis maar ook kinder-en sprookjesboeken. In gedachten zag hij haar voor zich als een klein meisje, dat met rode wangetjes van inspanning in een sprookjesboek zat te lezen. De hele wereld om haar heen vergetend. Aan de muur hingen twee mooie reproducties van Manet. Ze hield van mooie dingen Linda, dat zag hij wel.

De deur ging open en Linda kwam binnen. In haar handen droeg ze de vaas met zijn bloemen erin. Deze zette ze op de salontafel keek hem aan en zei, “Leo een schot in de roos, irissen zijn mijn lievelingsbloemen, dankjewel.” Voor hij de kans had om iets te zeggen was ze al weer verdwenen. Het is net een wervelwind dacht Leo, maar dan wel een prettige.

Om het hoekje van de deur verscheen haar blonde hoofd, ”hoe wil jij je biefstuk Leo, medium of doorbakken?” “Graag medium”, zei hij. “Mooi, dan kunnen ze samen in de pan, lachte Linda.” Terwijl haar hoofd weer verdween riep ze, “wil jij de kaarsen vast aansteken Leo.”  Een kwartiertje later zaten ze samen te smullen. Linda had Leo’s glas nog eens bijgevuld en nam zelf ook een glas port. Het eten was heerlijk en hij voelde zich thuis in haar gezelschap. Ze vertelde van alles en nog wat maar het meeste ging aan hem voorbij. Hij vond het heerlijk om naar haar te kijken terwijl ze zo ongedwongen tegen hem babbelde. Na het eten nam ze hem bij de hand en plantte hem in een makkelijke stoel voor de tv neer. “Zo, lekker even onderuit, hier is de afstandsbediening dan ga ik ondertussen opruimen en koffie zetten.” “Maar ik kan de tafel toch wel voor je afruimen sputterde hij tegen.” “Niks ervan”, zei Linda, “het is zo klaar en trouwens morgen komt er weer een dag. Geniet maar even van de rust.” Nou, dacht Leo, dat zullen we dan maar doen. Hij trok zijn colbertje uit en hing het over de stoel. Met de tv zacht aan luisterde hij ondertussen ontspannen naar de geluiden die uit de keuken kwamen. Hij voelde zich innig tevreden en was blij dat hij niet op zijn eerste indruk van haar was afgegaan. Zo zag je maar weer dat het uiterlijk van iemand niet alles zei.

Hij merkte niet dat Linda binnenkwam en schrok op toen ze twee koppen koffie op tafel zette. “Zit je je zonden te overdenken Leo”, vroeg ze plagend. Leo keek haar met een ernstige blik in zijn ogen aan en zei, “nee dat zijn er veel te veel, maar ik dacht wel ergens anders aan. Als je bij me komt zitten dan zal ik het je vertellen.” Snel haalde Linda de chocoladebollen uit de keuken en ging tegenover Leo zitten. Haar hart bonsde in haar keel, hij keek zo serieus, ze had hopelijk toch geen flater geslagen. Ze handelde vaak impulsief. Afwachtend keek ze Leo aan. “Lekker chocoladebollen“, zei Leo en glimlachte verheerlijkt naar Linda. Verroest, hij is verlegen dacht Linda en hapte in haar chocoladebol. “Er zit slagroom op je neus”, zei Leo. “Dat komt omdat ik overal mijn neus insteek”, zei Linda. Leo schoot hardop in de lach, “Heb je overal een antwoord op”, vroeg hij. “Niet overal op, soms sta ik ook met mijn mond vol tanden hoor”, zei Linda lachend.

Ze stond op en liep naar de cd-speler, na enig gezoek had ze haar keus gemaakt. Uit de luidsprekers klonk de stem van Ray Charles. Linda trok hem uit de stoel omhoog, keek hem vleiend aan en zei, ”een dans met jou Leo, en dan vertel je me waar je aan dacht.” Voorzichtig legde hij zijn handen om haar smalle taille. In stilte danste samen ze op de klanken van I can’t stop loving you. Ze was een stuk kleiner dan hij, haar hoofd kwam halverwege zijn borstkast, en toen hij zijn hoofd boog voelde hij de neiging om zijn gezicht in haar heerlijk geurende haren te begraven. Toen het nummer was afgelopen keken ze elkaar een beetje verlegen aan. Allebei voelde ze de aantrekkingskracht en de kwetsbaarheid van elkaar.

Linda hervond zichzelf het eerste en plofte op de bank. Uitnodigend wees ze op de plaats naast haar en Leo liet zijn lange lichaam op de bank zakken. Hij schraapte zijn keel en nam haar beide handen in de zijne, ze verdwenen zowat in zijn grote knuisten. “Lieve Linda”,   begon hij. Met grote ogen en een fel rood blosje op haar wangen keek ze hem aan. “We zijn geen pubers meer en op onze leeftijd gaat de tijd te snel voorbij om kansen te laten liggen.”  Ga nou door man, dacht Linda ik sterf zowat. “Ik denk dat we het samen goed kunnen vinden en deze kans op een nieuw geluk niet door de vingers moeten laten glippen. Daarbij vind ik je heel lief,” zei Leo en keek haar  vragend aan.

Linda kreeg een zachte blik in haar ogen, schoof wat dichter op hem toe, omvatte met haar handen zijn gezicht en kuste hem zacht en teder op zijn lippen. “Hier ben ik het helemaal mee eens Leo, het lijkt me heerlijk om deel uit te maken van jou leven. We doen het rustig aan en mijn voordeur is van nu af aan ook jouw voordeur”, zei ze met omfloerste stem. Tot diep in de nacht vertelde ze elkaar over hun leven, hun verlangens en idealen. Het bleek dat ze over veel dingen hetzelfde dachten en ook veel gemeen hadden. Ze dronken nog een laatste glaasje port en toastten op de toekomst, hun toekomst.

“Kom, ik ga er van tussen het is al twee uur en zoals je toen straks al zei, morgen komt er weer een dag.” “En veel dagen voor ons samen”, zei Linda. Zorgzaam hielp ze hem in zijn  colbertje en liep mee naar de voordeur. Hij kuste haar, Linda sloeg haar armen om hem heen en nestelde zich even tegen hem aan. Voorzichtig maakte hij zich van haar los en zei, ”je loopt maar binnen als je zin hebt.” In zijn ogen lag een tedere blik en een belofte voor de toekomst. “Welterusten Linda”, zei Leo zachtjes en verdween in de nacht. Intens gelukkig sloot Linda de deur en met kleine danspasjes keerde ze terug in haar woonkamer.

Ilse Steel

Terug naar verhalen

 

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten