Home / Verhalen / De lamp

De lamp




Het was een lamp, zo fraai, zeg maar van adel.
Zo groots, zo imposant, gaf bovendien geweldig licht.
Met zijn geslepen, flonkerende kristallen hangers.
Een klasse lamp, frivool en speels als een gedicht.
Hij zong, hij sprak zelfs als het geheel zich ging bewegen.
Dan kleurend koketterend met zijn vele spiegeltjes van licht.
De armaturen, groots en sterk genoeg om het geheel te dragen.
Gaf hem Zijn adellijke kijk al was het alleen al door zijn gewicht.
Toen kwam die vreselijke brand die echt niet was te temmen.
Illusie, rijk verleden, herinneringen gingen op in rook en vuur.
Ik heb daar nog wat staan mijmeren en gezocht nog in de resten.
En ging wat klam en rillerig op huis aan want het was koud en guur.
En thuis gekomen, even starend wat confuus nog in de spiegel.
Zag ik een vent teleurgesteld met een beteuterd, vies gezicht.
Met in zijn vuile handen toch nog een brok kristallen hanger.
Resten van een adellijke lamp met iets van een gedicht.