
Ze mochten ‘De Keizerskroon’ niet in die avond. Het etablissement was die avond speciaal gereserveerd voor een besloten gezelschap. Dat hadden ze beter niet tegen Jantje kunnen zeggen. Terwijl de vrienden van Jan elders hun vertier zochten, ging Jantje naar de achterkant van de zaak. Jan nam een aanloop en dook met een snoekduik door het achterraam naar binnen. Met slechts een paar schrammetjes kwam Jan neer op de grote tafel in de keuken.
Helaas, stond de tafel vol met salades en andere specialiteiten voor het hongerige gezelschap. De ravage was groot en van al het heerlijks was niet veel meer intact. Glas, hout en Jan ontsierden de maaltijd.
Achteraf wist de kastelein dat hij beter Jantje binnen had kunnen laten. Want Jan kwam altijd binnen. Al was het door roeien en ruiten.