Home / Verhalen / Dierenleed

Dierenleed



Het mensdom is echt een meedogenloos, gruwelijk iets. Zo kakelde vrouw kip tegen haar andere kippenburen. Je doet een heel jaar sterk je best om kindertjes te krijgen. Maar koud heb je een ei gelegd of ze vreten het weer op. Maar stoppen wij met leggen moeten wij het evengoed bezuren!

Dan vreten zij ons op in de plaats van onze kleintjes. Zij hebben ons gewoonweg in de tang, ons lot ligt vast. En vluchten kan ook niet meer, ze laten je niet gaan. Waarom zo wreed wat hebben wij hen aangedaan? Laat ons toch vrij dan zijn wij de mens niet meer tot last.

Ik hoorde laatst van grote bruin je weet dat hele sterke paard. Dat de oude zwart gestruikeld was en kreupel niets meer waard. Ze hebben hem maar afgeslacht en als vlees en worst verkocht. En bruin moet er alleen nu tegenaan hij gaat heel snel achteruit. Straks komt een trekker in zijn plaats, ja dankbaarheid is ver gezocht.

Ik zeg je dat het kannibalen zijn, ze vreten alles, plant en dieren op. Je zult het vast en zeker niet geloven maar ze slachten zelfs elkaar! Gewoon als een soort sport of om de macht of hebzucht weet ik veel. Ja het is een spel van grote bazen, niet op een bord maar in het echt. Geloof mij, gruwelijk zo’n gevecht, maar het is toch eerlijk waar.

Wat vreet een leeuw en wat een olifant of zeg een walvis in de zee. Een spin een mug en ik lust wel een worm, het grote vreet het kleine. Ik denk dat ik weer eens te vroeg heb gekakeld, de hele wereld vreet. Elk wezen draagt gewoon zijn eigen last en probeert gewoon te overleven. En recht en onrecht, weet ik veel je snapt toch immers nooit het fijne?

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten