Home / Verhalen / Een Filippijnse waakhond

Een Filippijnse waakhond

Met dank aan Ivan Grud voor het insturen van de tekst


Ik heb een hond, of ik, eigenlijk mijn zoontje. Een hond die niks waard of eigenlijk niks bijzonders is, gewoon een vuilnisbakkenras. Zwart is hij, met alleen een witte pluim aan het eind van zijn staart, die overigens altijd zijn poepertje bedekt, omdat hij er bij loopt of hij dagelijks met de zweep op zijn donder krijgt, en dan witte voetjes, en die wil hij dan ook constant halen bij mij en de andere huisgenoten.
Ik had hem gekocht, hier waar ik woon op de Filippijnen, voor mijn zoontje, die op vakantie bij mij was. Nu die ging na zes weken weer naar huis, moest naar school uiteraard. Maar je weet hoe dat gaat, Pa dit, Pa zus, Pa zo, ik wil een hondje.
En nu, nu zit ik er mee opgeschept, letterlijk want hij doet niks. Echt helemaal niks, of dat nu in de Filippijnse hondencultuur zit opgesloten, al sla je mij dood, ik weet het niet, ik zal er ook nooit achter komen.
Het idee was echter, een waakhond, Ja, Pa, en ik zoek hem uit. En dat deed hij, een teefje.
Fout, helemaal fout natuurlijk, een jonge knul van net elf jaar, en die dan een waakhond uit laten kiezen tussen al die puppies, nu niet teveel zelfkritiek, maar dan ben je gewoon achterlijk natuurlijk als je dat goed vindt.
Maar hij kreeg zijn zin, en eerlijk gezegd als je dan dat blije koppie ziet, ja dan maakt het ook allemaal niet zo uit. Maar wat een hond, ik heb hen moeten leren blaffen, blij zijn, eten uit een bak, kwispelen, waar zij kon pissen, etc, etc. En of dat nu resulteerde in een goed resultaat, nee, jammer, maar nee.
Maar de ellende begon toen mijn zoontje vetrok. Eerst wilde Dutchy, de naam van dat kreng, niet meer eten. Janken, pfff nachten lang, leek wel een weerwolf, even dacht ik, die schiet ik af, maar ja, doe dat nu eens.
Ze blaft alleen als haar het uitkomt, piste ter plekke waar ze stond. Ik wist het niet meer, en waaks, ze zat nog eerder onder het bed dan wij.
Ten einderaad heb ik haar naar cursus gestuurd, programmeren en telecommunicatie. Ik moest toch wat. Nu heeft ze haar eigen slaapzak, recht tegenover mijn huis, achter een flinke boom.
Blaffen doet ze nog steeds niet, maar als er iets niet in de haak is, volgens haar honden denkvermogen dan, belt ze mij, met haar aangepaste mobieltje. Het is niet helemaal je dat, maar het is iets.
Heb wel eens haar geprobeerd aan het verstand te brengen, niet voor ieder wisje wasje bellen, maar ook dat is weer zo iets, het is het een of het ander, ze belt, of ze belt niet, het record staat op 32 keer in een nacht.
Overigens is zij dan overdag in huis en slaapt onderaan de trap naar de slaapetage, niet weg te branden. Ze laat af en toe een ruffie, dat is dan weer goed voor het ongedierte, wat ze bij zich draagt. Voor ons is het minder, niet te harden, wij moeten steevast naar buiten vluchten.
Het gekke is echter, dat ze zich overdag heel stoer gedraagt, stoer? nou ja, o.k dan. Als er bijvoorbeeld een leverancier in het huis komt, stelt zij zich agressief op. Nekharen overeind, grommen het lijk wel een leeuw. Wel staat ze dan achter mij, dat wel. En als de man zijn hand uitsteekt om af te rekenen, zit ze gelijk onder de trap. Dan als hij weggaat, komt zij er grommend onder vandaan, en als de deur achter hem dicht valt laat zij zelfs een woef horen.
Maar je hecht aan een dergelijk beest, of het je kind is. Zou haar voor geen goud meer willen missen, ze hoort er bij hé, en wij zijn blij met haar, toch wel. Het is een genoegen als wij thuis komen en ze komt kwispelend op ons af, ja haar staart krult nu ook wat omhoog, ze kan blij zijn, ongelooflijk maar waar.
Enne… o, ja, ze is zwanger.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten