Home / Verhalen / Honds

Honds



Ik heb nu toch eventjes een flinke borrel nodig zei de man! Want weet je, ik heb zonet mijn ouwe trouwe hond begraven. Het arme dier was op, ik gun hem zijn rust maar het valt zwaar. Niet meer ’s morgens en ’s avonds uit en lekker stokgooien en draven.

Laatst zei mijn buurman nog: “Hij heeft zijn beste tijd gehad!” Ik snap dat niet: “Waar lig je wakker van het is maar een beest!” Ik werd wat nijdig want beesten moet je zoeken onder de mensen. Mensen hebben immers hersens, geen dier is ooit zo wreed geweest.

Hij was mij alles, ging nooit vreemd, was trouw tot in de dood. Hij kon je aankijken en troosten, welgemeend al zat je in de put. Was nooit opstandig of zeurderig en heel tevreden met zijn lot. Hij paste op ons allemaal en goed, ja hij bewees beslist zijn nut.

Hij hielp met zoeken toen onze jongste zoon eens was verdwaald. Maar ook verloren spullen zocht hij op, hij deed dat met plezier. Hij speelde met ons allemaal, onvermoeibaar en met volle inzet. Zo iets dat noem ik nooit een beest, nee zoiets dat heet een dier.

Weet je wat het is, de schok van het overlijden zit hem in de tijd. De tijd die ons en hem gegeven is om samen verder te leven. Wij worden immers vijf maal zo oud en hij overleeft ons haast nooit. Het is als een te vroeg geëindigd huwelijk, zoveel tijd is hem niet gegeven.

Stel je voor dat een hond net zoveel verstand als de mens zou hebben. En dan ook nog dezelfde aard, dat was dan toch wel een gruwelijk beest. Een voorvader als de wolf is al iets als het om wreed verscheuren gaat. Maar dat men niet begrijpt wat hij betekende dat treft mij nog het meest.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten