Home / Verhalen / Oorlogstijd

Oorlogstijd

Met dank aan Benno Pen voor het insturen van de tekst

Wij woonden aan de Nieuweweg 21 te Spanga Friesland, deze weg liep van Scherpenzeel tot aan de zeedijk bij Schoterzijl, die aansluiting had naar de Noord Oost Polder. Mijn vader was uitvoerder bij “Wegenbouw te Siepe” Zwolle, die de wegen en vaarten had aangenomen in de NOP, wat toen nog hoofdzakelijk bestond uit riet, na de drooglegging.

Het was het onderduikersparadijs in de oorlog, maar er werden ook veel mannen van uit het westen van Nederland naar toe gestuurd om de greppels en sloten te graven met de schep. Deze mannen moesten hard werken en het daaglijks rantsoen was op bonnen, die werden verschaft door kamphoofden van uit houten barakken, waar ook geslapen moest worden.

Wij hadden thuis voldoende te eten, doordat wij niet alleen onze aardappelen en groente in eigen tuin hadden, doch ook varkens, schapen en geiten hadden, die wel eens in de pan terecht kwamen, of in keulse potten onder vet werden gezet in de kelder. Daar vader niet alleen leiding gaf, maar ook interesse had bij het wel en wee van de mannen die er soms ondervoed uitzagen en vaak meenam naar huis om aan te sterken. Dit gebeurde met steeds meerdere mensen, waarvan ook berichten werden gestuurd naar het thuisfront, zodat ook hun vrouwen en kinderen werden opgevangen bij ons in huis.

Op zeker moment hadden wij ruim twintig onderduikers in huis en werd het oppassen, om niet in de gaten te lopen, omdat wij ook buren hadden die bij de andere kant aangesloten waren. Het was vroeg in de morgen op 16 april, dat wij onze vader uitzwaaiden en zagen dat hij in een dikke mist tussen een grote groep duitse soldaten terecht kwam richting Noordoostpolder. Op de kruising zeedijk, bleken er nog veel meer duitsers te zijn, waar veel mannen werden opgepakt om in militaire voertuigen afgevoerd te worden richting Duitsland.

Vader was een dominant figuur en pakte zijn persoonsbewijs en schreeuwde tegen een commandant “wier musten arbeiten” en “Arbeit macht frei”, waarop hij vijf mannen uit onze buurt toesprak in het weststellingwerfs dat zij snel beneden in de schuur van Dubbel Postma moesten om daar de fietsen neer te zetten. In de dikke mist, die er hing zijn ze met z’n allen door de landerijen en rietkragen dravend richting huis gekomen en behoed voor transport naar Duitsland. Deze zaterdagmorgen 16 april 1945 is Harmen Visser doodgeschoten, waarvan nog een kruis op de zeedijk bij Schoterzijl ter nagedachtenis van deze verzetstrijder staat. Daar ik nu deze verhalen schrijf, komt er nog een groot ontzag voor mijn Vader, die vaak uit medelijden ons hele gezin in een precaire toestand bracht, om anderen te helpen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten