Home / Verhalen / Vriend

Vriend

Met dank aan Lucy Arends voor het insturen van de tekst

Mijn vader had in die jaren vijftig op ons bovenhuis, veel internationale vrienden. Lenin, Vadertje Stalin en ook Chroetsjov behoorden tot de uitverkorenen. Ondanks m’n vaders partijdigheid in de koude oorlog was er ook een Amerikaan die grote invloed op ons huisgezin uitoefende. Hij was, in tegenstelling tot de anderen, soms zelfs zeer luidruchtig aanwezig. Dat waren de avonden waarop hij, samen met Grace, een Koninklijke filmster wier beste rol achter op haar hoofd zat, de ‘True Love,’ van de Amerikaanse High Society aan de kaak stelde.
M’n vader was zo van ‘m onder de indruk dat ie ‘m op ons bovenhuis regelmatig met vochtige ogen imiteerde. Je hoorde geen verschil. Hij was, net als m’n vader uiterlijk een koele beheerste man maar diep van binnen een echte romanticus die, om bij vrouwen in de smaak te vallen, z’n flaporen met plakband tegen z’n hoofd plakte en z’n kaalheid met een haarstukje verbloemde.
M’n vader kende ‘m al vanaf de laatste oorlogsjaren waarin hij, volgens hem, over de radio voor velen de laatste kwade dagen van de oorlog dragelijk maakte. Het fascinerende leven van de Yank kende voor hem dan ook geen geheimen. Hoewel hij het Russisch prefereerde vertaalde ie in de afzondering van de ijskoude echtelijke slaapkamer als een ware dubbelspion vriend’s autobiografie: ‘Call me lucky,”stukje bij beetje in het Nederlands. En ontdekte zo een aantal smeuïge details. Regelmatig barstte ie, tijdens de vertaling van ’t Amerikaanse ‘slang’ uit in een onbedaarlijke lachsalvo. Om bij een volgend hoofdstuk weer de weemoedige blik van een diep verlanger te krijgen.
Het deed m’n altijd angstig bonzende kinderhart (geef me een kind van zeven en ik toon u de vrouw) goed, hem zo opgetogen te zien zitten achter het gammele tafeltje dat dienst deed als bureau, om daar het enerverende leven van z’n vriend te ontrafelen. Ik begreep er dan ook niks van als m’n moeder sneerde: ‘Dat ie Njet zei maar de American Dream bewonderde.’ Hoewel m’n zusje en ik veel over de Amerikaan hoorden hadden we ‘m nooit lijfelijk aanschouwd.
Op een dag vond m’n vader dat het er nu eindelijk maar eens van moest komen. Omdat ie gehoord had dat de ‘Amerikaanski’ tijdelijk in de stad was besloot ie z’n verjaardag, die viel op de dag na Kerstmis, ditmaal met ons te vieren. Iets wat volkomen vreemd was want verjaardagen en samen zijn met ons waren dingen die ie meed als de pest. Maar voor z’n vriend maakte ie graag een uitzondering. Waar we ‘m zouden ontmoeten bleef nog een verrassing.
Op derde kerstdag was Den Haag bedekt met een dik pak sneeuw en Koning Winter blies de gure noordoostenwind gemeen om je oren. Als je er die dag niet noodzakelijk uit hoefde kon je beter blijven waar de kolenkachel loeide en de kerstboomkaarsjes levensgevaarlijk brandden.
Onwennig, want ook binnen ons gezin werkte de koude oorlog door, begaven we ons gevieren op pad. Met rode neuzen ploegden we als een kudde rendieren door de verlaten straten achter m’n snel uit het zicht verdwijnende vader aan. Moeizaam volgden we z’n diepe voetsporen die via de Loosduinseweg en ’t Westeinde om de Haagsche Toren heen, de Prinsenstraat in verdwenen. Daar werden we met stijf bevroren ledematen door m’n ongeduldig wachtende vader de warme, gezellig verlichte bioscoop, ‘Corso’ in gedirigeerd.
Of m’n zusje en ik op de rode pluchen fauteuils hallucineerden door het pijnlijke ontdooingsproces weet ik niet, maar anderhalf uur lang wisselden pijn en verrukking zich af op onze gloeiende gezichten. Want daar op het witte doek verscheen levensgroot m’n vaders Amerikaanse vriend: ‘Mister Bing Crosby.’ En hij zong, bijgestaan door Danny Kay en Rosemary Clooney, met dezelfde zacht omfloerste stem als die van m’n vader, een lied dat de halve wereld de daaropvolgende vijftig jaar broederlijk mee zou zingen: ‘I’m dreaming of a white Christmas‘. Nooit in m’n leven aanschouwde ik beeld en kleur intenser dan op die dag. Het rood van Bing’s kerstpak leek op robijnen. De zachte bontrand van z’n bijpassende muts was zo wit als pas gevallen sneeuw en naar het paars-blauw van de cocktailjurk van de hoofdrolspeelster was ik jaren tevergeefs op zoek. Zang, dans, glitter, glamour en vrolijk lachende gezichten, alles passeerde de revue. Maar het was toch de stem en de enorme uitstraling van de crooner himself die ons met z’n White Christmas, naar hoogten bracht waar m’n tevreden lachende vader het bestaan allang van af wist.
Na afloop, toen we met rooie wangen en schitterende ogen door de feestelijk verlichte Spuistraat naar ‘Ruteck’s Cafetaria’ liepen, was ik nog steeds vervuld van de grote gevoelens die ik in de bioscoop ervaren had. Het wit besneeuwde Den Haag leek een stad uit een sprookje, Ruteck’s warm en chique en zelfs m’n ouders vrolijk lachende mensen.
Op de terugweg naar huis, halverwege de Loosduinseweg zochten we vanwege de hevige sneeuwval een beetje beschutting onder twee enorme borden met sigarettenreclame. En daar, onder de rode jas en zwarte rijbroek van de gebolhoede ‘Miss Blanche,’ zetten m’n ouders zomaar ineens tweestemmig: ‘White Christmas’ in.
Verblind door de sneeuw meende ik even dat Blanche door de rook van haar sigaret naar me knipoogde, alsof ze wist dat de warmte van dat lied in staat was een koude oorlog te doen smelten. Voor het eerst in ons leven hoorden we echt bij elkaar. Je kon ons gerust wel gelukkig noemen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten