Verhalen Overig 3



 

Opa’s wandeling met Maarten

 

Opa heeft een lange witte baard. Hij mag graag met zijn achterkleinzoontje Maarten een wandeling in het bos maken. Maarten wil graag alles weten en opa geeft altijd antwoord. ‘Opa, wat is de lucht ?’ ‘Dat is een goede vraag en op een goede vraag krijg je altijd een goed antwoord.’ Ze lachen samen. ‘De lucht is wat we inademen, als we geen lucht inademen dan gaan we dood. Zij lijkt leeg maar is het niet, ze zit vol leven om van te dromen, we zien het alleen niet. Ik zal een voorbeeld geven: als jij praat breng je de lucht in beweging en de lucht voert jouw woorden naar mijn oor. Als je je zou inspannen zou je ook mijn gedachten kunnen lezen: alles gaat door de lucht.’ Maarten kijkt opa aan: ‘Hoe kun je iemands gedachten lezen ?’
 

Opa glimlacht, ‘neem een kleur in je gedachten en denk daar sterk aan.’ Maarten doet het. Daarna zegt opa: ‘Je denkt aan de kleur groen, klopt dat?’ ‘Dat is waar !’ roept het jongetje opgetogen. ‘Nu ik !’ ‘Ok,’ opa denkt aan geel. ‘Ik denk dat u blauw denkt.’ ‘Helaas, mis, ik had geel in mijn gedachten.’ ‘Waarom lukt het mij niet en u wel ?’ ‘Ja, dat komt omdat ik het geoefend heb, ik ben al wat ouder dan jij. Maar als je het ook graag wilt dan geef je de wens aan de lucht en die voert het op een dag met resultaat terug naar jou.


Laten we even stilstaan en dan wensen we samen dat we graag meer over de lucht te weten willen komen. Dat is al genoeg.’ Ze staan stil, ze kijken naar de lucht en ze wensen dat ze meer over de lucht te weten willen komen. Daarna lopen ze zwijgend verder.

De zon komt tevoorschijn, een aanmoediging voor hen die op zoek zijn naar de geheimen van de lucht. En zoals sneeuw voor de zon verdwijnt zo worden geheimen openbaar door warme aandacht.

Orisa

2 maart 2011

Terug naar Verhalen


Ladies gang

Eind jaren vijftig kwamen wij bij elkaar bij IJssalon “Angelo Betti” aan de Schieweg te Rotterdam  Dat wil zeggen, schoolgaande jeugd, om wat te drinken en bij de jukebox te hangen. Ook was er wat werkende jeugd bij. Na enige tijd werden er feestjes gehouden bij de meisjes uit de groep, waarvan de ouders die avonden weg waren. Die avonden bestonden toen al uit Sex Drugs en Rock & Roll. Op een gegeven moment liep het uit de hand en werd het complete interieur van die woning vernield. Dit is meerdere keren voorgekomen.

De landelijke pers werd gehaald. Uit de groep waren er een paar die ook diefstallen pleegden. Duurde niet lang of er liep er een tegen de lamp. Ook de vernielingen werden bekend en de “Ladies gang”  werd opgerold. Rotterdam was weer rustig. Hiermee wil ik zeggen dat  wij toen ook geen lieverdjes waren.

Hans van Oostrum

7 juli 2010

Ladies Gang in Rotterdam was een Jeugdzonde

Met belangstelling las ik op uw site het stukje van Hans van Oostrum d.d. 7 juli 2010 over de Ladies Gang in Rotterdam. Hij geeft deze jeugdzonde als betrokkene wel juist maar zeer beknopt weer. Inderdaad hebben we het hier over 1958  toen er naast schoolgaande jeugd zeer veel jongeren waren die op 14 en 15 jarige leeftijd (bijvoorbeeld met een twee jarige Lts opleiding) gingen werken om met hun schamel verdiende weekloon een extra bijdrage te leveren aan het gezin. We spreken hier dus van werkende of schoolgaande pubers in de leeftijd van 14 tot hooguit 16 jaar. Omdat in de media deze zaak enorm werd opgeblazen ging de politie over op een harde aanpak waarvan de honden toen geen brood lusten. Inderdaad werd een ventje van 14 jaar betrapt bij een diefstal of insluiping en bekende direct zijn daad op het hoofdbureau van politie aan het Haagseveer. Maar de politie wilde meer betrokkenen oppakken en verhoorde deze jongen zes dagen lang dag en nacht tot hij doorsloeg en alle leden van de Ladies Gang noemde die mogelijk wat op hun kerfstok hadden. Al die jongens werden daarna door de politie opgepakt alsof het de zwaarste gangsters van Nederland waren. De oudste jongen (Dick H.) van de groep, net 16 jaar geworden, werd als leider aangemerkt en kreeg een eis van bijna twee jaar gevangenis straf bij de rechtbank op de Noordsingel te horen. Na veertien dagen volgde de uitspraak en legde de rechter met wat meer maanden voorwaardelijk deze straf ook daadwerkelijk op. Waanzin gewoon want deze jongen was nog nooit met de politie in aanraking geweest behalve dan als acht jarige voor het stelen van een appeltje op het Noordplein. Maar kennelijk was het feit dat deze knaap uit Crooswijk kwam voldoende reden voor de rechter om hem voor zijn leven lang te brandmerken. Andere jongere daders kwamen eraf met lichtere straffen zoals een jongen van 15 jaar (Wim Z.) uit Blijdorp die naast diefstal ook nog eens op het schoolplein in verdovende middelen handelde en op de “slijpfuifjes” de groep van softdrugs voorzag. De 15 jarige jongen (Maarten K.) kreeg wel een flinke straf opgelegd en ja hoor deze schooljongen woonde ook toevallig in Crooswijk.  Iedereen die verder mee hadden gedeeld in de buit en op slijpfuiven de buit van hun vrienden hadden verbrast kregen na verhoor een waarschuwing en konden weer huiswaarts keren. De Ladies Gang leden beschouwde zichzelf in die tijd als Rotterdamse “Artistiekelingen” en draaide dan ook vaker Jazz muziek alsmede slow dans platen uit die tijd en reden later allemaal op Puch en Tomos bromfietsen. De “Vetkuiven” in die periode waren dol op Elvis Presley en Rockmuziek en reden op stoere Kreidler brommers en zo. De jeugdfuiven van de Ladies Gang waren nooit wild of zo maar juist rustig door de alcohol en softdrugs. Wel is het eens gebeurd dat de ouders plotseling eerder dan verwacht thuis kwamen en de drankflessen door het hele huis heen zagen liggen, het meubilair van plaats was veranderd en alle bedden waren beslapen dan uit woede met veel kabaal de jongens en meiden het huis uit smeten. Maar meestal was het zo dat na het slijpdansen met rustige muziek in alle kamers door het hele huis heen stelletjes heerlijk lagen te vrijen maar verstandig wel veilig met condoom die niet van het zakgeld gekocht maar van diefstal afkomstig waren uit de slaapkamer van hun eigen ouders natuurlijk. Na afloop werd juist alles zo keurig mogelijk achter gelaten om alle sporen te wissen om de volgende keer als de ouders afwezig waren weer een knalfuif te kunnen organiseren. Met als plaatst van afspraak en samenkomst het keldertje van IJszaak Angelo Betti op de Schiekade nabij Blijdorp in Rotterdam.

Leen van Vreewijk

18-8-2011

Terug naar Verhalen


Mijn verhaal uit 1945

Het speelt zich af in januari 1945. Omdat het konvooi naar het noorden om de een of andere reden niet doorging, besloot mijn moeder ons zelf weg te brengen richting Den Briel. Ze had daar een zus wonen. Eind januari vertrokken we lopend en meerijdend op een boerenwagen richting Spijkenissebrug.

We waren later met meer mensen dan wij vieren (mijn moeder, een schoonzus, mijn zusje van bijna 3 jaar en ik 7 jaar. We moesten over een stuk land sluipen waar stukken lagen van afgeschoten V1’s. We moesten snel lopen want ze konden zo weer gaan schieten. Eindelijk kwamen we aan ’t eind van de middag onder aan de dijk bij de brug.

Hoe het ging met eten en drinken kan ik niet zeggen, was schijnbaar niet belangrijk. Daar was een huisje waar we binnen mochten. Boven aan de dijk bij het begin van de brug waren soldaten met geweren.

Na lang wachten kwam van de andere kant een dominee op de fiets. Die kwam volgens afspraak kinderen uit Rotterdam ophalen. Mijn moeder kreeg de dominee zo ver dat hij mijn zusje voor op de fiets meenam. Dat kan ik me nog heel goed herinneren, ik zie haar witte (konijnen) bontmuts zo tussen de spijlen van de brug verdwijnen. Wij bleven achter, m’n moeder ging op zoek om het huis, waarom weet ik niet, maar ineens begonnen ze van bovenaf te schieten en vlogen we allemaal snel de gang in.

Later ben ik met een andere groep lopend over de brug uiteindelijk in Den Briel aangekomen. Mijn moeder en tante kwamen de volgende dag, ze waren ’s nachts stiekum voor een fles jenever overgezet. We zijn een paar dagen later in Rockanje, bij twee verschillenden families ondergebracht en hebben daar de Canadezen binnengehaald. We zagen ook de vliegtuigen met open luiken overvliegen die voedsel dropten bij Rotterdam. Verder gaat er als kind veel langs je heen. Wel was ik heel blij met een eerste blok chocola, dat ik in 24 stukjes verdeelde en één per dag opat.

Heimwee had ik ook en wou daarom in augustus beslist naar huis. Daar was toen nog niet veel, maar ik stond graag in de rij voor het Zweedse wittebrood. Thuis kreeg ik het kapje met wat boter en suiker, een lekkerder gebakje bestaat er niet.

Nanny Langeler

7 juli 2010

Terug naar Verhalen


Een opstekertje voor jong en oud

 Als je ouder bent moet je sterker in je schoenen staan dan ooit.

Want als de jeugd moe is, is ze aan vakantie toe,

Maar zijn de ouderen moe zegt men “ze takelen af.”

Als de jeugd bezwaar maakt, dan heeft ze een uitgesproken mening,

Als ouderen dat doen hebben ze het niet begrepen.

Als ouderen verliefd raken, noemt men het kinderachtig,

Als de jeugd verliefd is voelt ze zich jong.

Als de jeugd iets niet lukt, dan hoor je “we gaan er tegenaan, volgende keer beter”,

Als een oudere dat zegt, zegt de jeugd “laat maar het heeft toch geen zin meer.”

Als de jeugd iets vergeet hoor je, “ik heb het ook zo waanzinnig druk”,

Als een oudere mensen iets vergeten hoor je ze denken ze wordt dement.

Als een oudere depressief is moeten ze niet zeuren.

Maar als de jeugd depressief is moet ze met vakantie.

Maar wij ouderen zijn de overlevers ! Kijk eens naar de  veranderingen, die wij hebben meegemaakt.

Wij waren geboren voor de komst van de televisie, de pil, penicilline, polioprikken, diepvriesvoedsel, kopieerapparaten, plastic, contactlenzen en voor radar, creditcard, atoomsplitsing, laserstralen, balpennen, panty, afwasmachines, wasdrogers, elektrische dekens, airconditioning en nog voor de mens op de maan liep.

Wij trouwden eerst en dan woonden dan samen.

Wij werden geboren voordat er huismannen waren, computerspelletjes, duobanen, kinderdagverblijven, groepstherapie, en verpleeghuizen waren.

In onze tijd waren kevers insecten geen volkswagen, een ontsteking had niets met elektronica te maken.

Wij hadden nog nooit gehoord van TV, TL, CD, FM, CNN, video, tapedecks, magnetrons, faxen, kunstharten, dito nieren, tekstverwerking, printen, draadloze telefoons, biogarde, hippies , yuppen , bobo`s en bronwater.

Wij waren er voor de A27, de E9, de B747, de TGV en voor de oecumene, voor de AOW, AWBZ, WAO, WW en VUT.

Toen betekende ‘Made in Japan’ rommel.

Wij hadden nooit ge gehoord van pizza, Mac Donalds en instantkoffie in onze tijd betekende Hema: Hollands Eenheidsprijzen MAgazijn en daar kostte een zakhorloge 1 gulden, een ijsje 3 of 4 cent.

Een brief kon je versturen voor 7 en een halve cent

Een nieuwe auto kostte 200 gulden, maar niemand kon dat betalen, benzine kostte 10 cent de liter.

In die tijd was roken shag en intersant een pot om in te koken en aids was een Engels woord voor helpers.

Een relatie had met zaken te doen en niet met een bed.

Wij wisten niet wat ‘eten uit de muur’ was.

De kleur rose had met baby’s te maken en homo betekende gewoon mens.

Wij waren niet dat er onderscheid tussen de seksen werd ontdekt, maar wel voor  kunnen van seksen.

Wij moesten het doen met wat we hadden en wie we waren.

Wij zij de laatste generatie die nog dacht dat je een man moest hebben om een baby te krijgen.

 Vroeger waren er guldens nu zijn het euro’s.

Geen wonder dat wij zo in de war  zijn en dat er een generatiekloof is, maar wij hebben het overleefd en dat is een reden om het TE VIEREN

Lien Viveen-van Dijk

5 juni 2010

Terug naar Verhalen


7 october 1944

Op 7 october 1944 moest ik van mijn moeder met een soort van bolderkar vuil wasgoed weg gaan brengen naar Delft. Ik was toen 10 jaar en moest met mijn kar ongeveer iets meer dan anderhalf uur lopen van SION, Gem. Rijswijk, naar de Hugo ge Grootstraat in Delft. Daar was een wasserij waar enkel voor de weermacht werd gewassen en dus niet particulier. De jongste zus van mijn moeder werkte daar en eens in de zoveel tijd mocht ook het personeel hun wasje draaien. Mijn tante had verteld dat de was die ik bracht van haar was, dus zodoende werd er om de zoveel tijd een bolderkar-ritje voor mij uitgezocht. Ik moest daar wel al die tijd blijven, want de was ging ’s middags weer mee naar huis.

Anderhalf uur terug lopend met een hongerig gevoel en op een paar bordkartonnen schoenen en als het begon te regenen dan moest ik ze uitdoen anders vielen ze van mijn voeten. Wat ik dus niet wist was dat de ondergrondse deze nacht de stalen spoorbrug tussen Rijswijk en Delft had opgeblazen natuurlijk met de bedoeling om een Duitse trein te laten ontsporen. Tijdens mijn terugreis naderde ik deze stalen spoorbrug en op dat moment hoorde ik achter mij een Duits legervoertuig aankomen en daarvoor reed een groene luxe auto met daarin een officier met zo’n groot glimmend schild op zijn borst. De vrachtwagen ging over de spoorlijn en de luxe wagen bleef midden op de rails staan .Uit de vrachtwagen sprongen Duitse soldaten, ik weet niet van wat voor onderdeel ze waren. Daarna werden er 10 mannen uitgeladen die in een rij moesten gaan staan, waarna de officier het commando vuur gaf en werden deze mensen daar ter plekke doodgeschoten. Ik en nog enige anderen hebben deze executie zien gebeuren.

Op de plek waar dit gebeurd is staat nu een monument ,waar dus ieder jaar een minuutje stilte wordt gehouden. Maar nu de vraag waar kwamen deze mensen vandaan ? Nou die werden ter plekke uit het politiebureau gehaald op de Oude Delft en zonder pardon meegenomen.

Een ander verhaal dat hier mee temaken heeft is (maar daar durf ik mijn hand niet voor in het vuur te steken) dat in één van deze cellen een landverrader zat die zich dus mengde onder de andere gevangenen en zodoende de nodige verhalen te horen kreeg die hij dus weer vertelde aan de dienstdoende agenten. Of dit laatste een broodje aap is, ik weet het niet.

Dit heeft veel indruk gemaakt in mijn jonge leven en soms ga ik nog even terug naar deze plek en ik zie dan dat de mensen die daar voorbij gaan geen enkele interesse hebben om even stil te staan bij wat hier is gebeurd.

A.W.Tholenaars

30 mei 2010

Terug naar Verhalen


Wandelen

Op een zondagmiddag 37 jaar geleden gingen we wandelen in Papendrecht met onze dochter in de kinderwagen. We kwamen een oud echtpaar tegen. De man had een grote tas om zijn nek hangen.

De vrouw vroeg hoe ze naar Dordrecht  moesten lopen. “Nu” wij zeiden “dat is een heel eind, u kunt beter met de bus gaan.” “Ja” zei de vrouw “dat is het probleem, we hebben geen geld bij ons.”

Mijn man had wel geld bij zich, en gaf hun vijf gulden. Ze wilde ons adres en zo gingen we weer verder. We hebben nog wel gelachen want we zeiden tegen elkaar “die man heeft vast al zijn geld in die tas en wij geven geld.”

’s Maandags werd ik op gebeld en ja het was die mevrouw. Ze wilde ons toch nog bedanken, want het was toch heel om te lopen en ze zou het goed maken. Twee dagen later kregen we brief met daarin tien gulden en ze schreef duizend maal dank en dat er nog jongen mensen waren die dat deden en de rest was voor de kleine haar spaarpot.

Lien Viveen – van Dijk

18 mei 2010

Terug naar Verhalen


Klasgenoten

In juni 2009 kreeg ik van de kinderen en man en kleinkinderen een nieuwe computer voor mijn 70-ste verjaardag, want de oude was veel te traag vonden de kinderen. Ik had al jaren achter de computer gezeten maar niet op internet. Ze hadden hem voor mij geïnstalleerd en daar stond ook internet en Hyves. Dat was even wennen maar in augustus had ik het aardig onder de knie en ben eens naar schoo bank gaan kijken. Ik heb toen van de hervormde school De Lisbloem in Lisse aangeklikt en zag een site met foto’s maar dat waren er heel wat om daar iemand in op te zoeken. Toen zag ik eronder nieuwe leden en ik dacht eerst daar maar kijken en op de eerst pagina stonden een klasgenoot en het was 60 jaar geleden dat we op school zaten. Ze heet Lien, geboren in 1938. Ik heb haar toen aangeklikt  en dat was het eerste contact. Ze herkende me niet meteen maar na een aantal krabbels begon het te dagen en toen kwamen de verhalen over vroeger van school en lisse. Daar zijn we uren mee zoet geweest. Eerst krabbelen en toen chatten, het ging allemaal prima. We gingen zelfs een afspraak maken om elkaar weer een te zien en de afspraak was 18 april 2010 dus nog niet zo lang geleden..

Zondag 18 april vertrokken we om ongeveer 09.00 uur was het zover. Vanuit Hillegom naar Papendrecht ongeveer 5 kwartier rijden. We waren al in de buurt maar toch maar even vragen en haar man had ons toen gezien en kwam op ons af. We zijn toen naar hun appartement gegaan. Ik had uiteraard bloemen meegenomen. Kwamen we boven, ze had ons al gehoord en met een stralende lach werden we begroet. Ze had voor deze gelegenheid gebak genomen en dat ging er wel in. Toen kwamen de foto’s en de verhalen over meesters en juffrouwen en anderen klasgenoten. Toen had ze ook nog voor brood en soep gezorgd, het kon niet op. Maar er kwam toch een einde aan deze voor ons waarde volle en bijzondere dag. Wat hebben wij genoten en de mannen hebben elkaar ook zoet gehouden.

Lies Scheepmaker-Van den Berg

11 mei 2010

Terug naar Verhalen


Schuilkelder

(klik op de foto’s om die te vergroten)

Foto 1

Foto 2

Foto 3

In ’s Hertogenbosch was (of misschien nog wel “is”) een huis van de minderbroeders, waar geweldige grote kelders onder waren. Bij het naderen van de geallieerden gingen, volgens mijn herinnering, zo’n 120 mensen schuilen in die kelders. Er waren verpleegsters aanwezig en er werden gewonden verzorgd die regelmatig werden binnen gebracht. Er werden kinderen geboren en er overleden mensen, waaronder de oude man op foto 2. Eerst lag er nog een paar ton antraciet die er uit werd geschept, waardoor de lakens zo zwart waren als pek. De verpleegster op de zelfde foto met notitiebord was in mijn herinnering Zr. Kolfschoten, een nicht van Burgemeester Kolfschoten uit Den Haag. Iedere avond werd het “rozenhoedje” gebeden met de bekende litanie. Ik was toen 9 jaar en herinner me nog de monotone toon en het steeds herhaalde “bid veur ons”. Ik had TBC en Pleuritus en was uiteindelijk op sterven na dood. Zr. Kolfschoten zorgde direct na de bevrijding van de stad voor een Amerikaanse kapitein/arts die mij een injectie gaf met toen nog niet in Nederland bekende antibiotica/penicilline. Het is mijn redding geweest. Op foto 1 en 3 dat is mijn zusje. Voor de bevalling is mijn moeder tijdens beschietingen met granaten op 4 november ’44 van de Hinthammerstraat naar het Carolus Ziekenhuis gebracht, op een geïmproviseerde brancard gedragen door twee mannen. In het ziekenhuis beviel ze in een bed van een juist overleden oude vrouw in de kelders onder dat ziekenhuis. Ze woog veel minder als normaal maar ze had wel genoeg voeding voor nog twee andere pasgeboren baby’s. In “onze” kelder werd ook een man binnengebracht. Postbode Fleure heette hij en hij was geraakt door een bomscherf. Tijdens schuilen in de kelder onder zijn huis had hij met een dochtertje op schoot gezeten en toen hem dat teveel werd het kind aan zijn ook daar aanwezige moeder over gegeven. Precies waar het meisje op zijn been had gezeten sloeg een scherf een handgroot stuk vlees uit zijn been. Doordat zijn huis was ingestort waren ze pas dagen later bevrijd en was de wond wild vlees gaan vormen. De verpleegsters bestreden dat door waterstofperoxide in de wond te gieten wat een roze schuim deed ontstaan en daaromheen zaten wij als kinderen vol belangstelling te kijken. Ik had groot ontzag voor hem want hij gaf geen kik ! Je kunt je dit alles haast niet meer voorstellen.

Fred Langereis

11 mei 2010

Terug naar Verhalen

 

 


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten