Die nare sommen, wat verdriet!
Ik kán ze niet en ‘k máák ze niet!
Ze denken maar, dat je alles weet
En nooit een snars vergeet.
Je hebt tienduizend kapitaal ….
Dat lees ik nu al twintigmaal –
Tienduizend gulden, ik? … Dat ’s lak,
Ik heb geen duit op zak.
Laat A. maar zoeken naar procent,
Scheelt jou het, als je platzak bent?
’t Zijn goocheltoeren met een breuk.
Nooit vin-j’reis: die is leuk.
Die nare sommen, wat verdriet!
Ik kán ze niet en ‘k máák ze niet!..
En buiten schijnt de zon zo blij –
Is dat geen plagerij?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.