Home / Versjes / Ik wou dat ik even de wind was

Ik wou dat ik even de wind was

(P. van Moerlande)
Met dank aan Lieven Embrechts voor het insturen van de tekst

Ik wou dat ik even de wind eens was,
Dan liep ik al dansend over het water
En tuimelde gek over koren en gras
En lachte van pret met luid geschater.

Dan plaagde ik graag eens de molenaar :
Ik deed de wieken draaien;
De balken kraken; de mulder beeft
En meent : hij zal nog omverrewaaien.

Ik greep eens stevig de bomen vast
Om appels en peren te grabbel te gooien,
En ik schudde te vroeg het lover af
Om straatjes en paadjes er mee te bestrooien.

Dan plaste en woelde ik wild in de zee :
De schepen wippen lijk noteschalen,
En de visman pruttelt : ‘ Die donderse wind!
We krijgen geen vis en geen garnalen! ‘

Dan beukte en bonsde ik — bom! — op de deur
Waar lastige kleuters liggen te krijten.
Dan rukte ik pannen heel hoog uit het dak
Om ze — plof! — op de straat kapot te smijten.

Dan blies ik lampjes en kaarsjes uit,
En kletste met hagel tegen de ruiten,
Dan woei ik heren hun hoofddeksel af
En dames hun regenscherm ’t binnenste buiten.

Ik liet het linnen klapperdeklap
Aan de waskoord wappren in bont gewemel;
Dan brak het touw en ik joeg de was
Lijk joelende vogels hoog in de hemel.

Dan opende ik plots een raam in de klas
En buitelde er binnen holderdebolder;
Ik stiet er bloempot en inktfles omver
En flapte de landkaart tegen de zolder.

En maakt ik het soms wat al te grof,
Dan zou er wel één mijn zotheid remmen :
Die stilde de storm en het wilde meer,
Die zou, met Zijn stemme, ook mij wel temmen.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten