Daar komt de lieve lente, de lente komt in ’t land.
Kom vrienden doe de prenten, en verfdoos aan de kant.
Het hobbelpaard op zijde, de poppen in de kast.
Nu gaan wij naar de weide, waar ’t groene klaver wast.
O ziet eens aller wegen, in hof en veld en bos.
Strooit God zijn lente zegen, en breken knoppen los.
Komt naar ’t veld gesprongen, naar ’t veld in een galop.
Haal nu met volle longen, de frisse lucht eens op.
Ziet hoe de beekjes vloeien, waarin het visje springt.
Ziet hoe de bloempjes bloeien, waaraan een dauwdrup blinkt.
Hoe goed is God de Heere, hoe machtig is zijn hand.
Hij bracht ons tot zijn ere, de lente weer in ’t land
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.