Home / Versjes / Midden op het grote plein (De mooiste bloemen)
1555

Midden op het grote plein (De mooiste bloemen)


Midden op het grote plein,
Staat het stalletje van Katrijn.
‘Mooie blommen! Mooie blommen!
Mensen, hierheen moet je kommen!
‘k Heb margrieten, mooie anjers,
‘k Heb violen … zulke kanjers!
Rode rozen, korenbloemen,
Veel te veel om op te noemen,
Lelietjes van twintig centen,
Prachtig mooi. Je ruikt de lente!’

Daar komt kleine Pieter aan.
Bij het stalletje blijft hij staan.
‘Wel, m’n jongen’, zegt Katrijn,
‘Wat zal ’t wezen, wat zal ’t zijn?
Irissen met lange stelen,
Wil je paarse, wil je gele?
Zestig centen maar, de tien!
Wil je roosjes dan, misschien?
Ook niet deze? Of van deze?
Maar wat moet het dán toch wezen,
Moet je ze voor moeder halen?
Neem dan lelietjes-van-dalen!’

‘Nee’ zegt Pieter ‘nee, het was
Voor de juffrouw van de klas.
Weet je ze verjaart vandaag
En nu geef ik haar zo graag
Bloemetjes met gele hartjes,
Maar ik heb alleen twee kwartjes.’
‘Lieve jongen’, zegt Katrijn,
Dan krijg jij van mij jasmijn!
’t Allermooiste wat er bij is.’
En of Pietertje ook blij is!
Kijk, daar gaat hij met zijn petje
En zijn prachtige boeketje,
Straks zegt Pieter heel geleerd:
‘Juf, nog wel geflie-sie-teerd.’

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten