Home / Voordrachten / Een flater geslagen

Een flater geslagen

Met dank aan Gijs Verhulst voor het insturen van de tekst

Heb ik me van de week toch een flater geslagen,
Moet je horen wat me is gebeurd.
Ik zit in een cafetaria,
Komt er een juffrouw binnen.
Echt een juffrouw waarvan je zegt:
“Hé, daar komt een juffrouw binnen.”
Ik denk net: “Hallo !!!”,
Laat ze een oogje op me vallen.
Ik kijk net naar dat oogje,
Komt er een flater binnen.
U kent het type wel,
Zo’n echte onbehouwen vromeloze flater.
Nou heb ik van huis uit iets tegen flaters.
Ik ben al een hele tijd van huis,
Maar dat iets dat heb ik nog steeds.
Komt ie nog naast me zitten ook,
En net wat ik dacht we krijgen mot.
Tjonge, tjonge wat een mot was dat,
Ik heb van mijn leven nog nooit zo’n knots van een mot gezien.
Maar nou de brutaliteit van die flater,
Laat hij die mot vliegen !
Nou is het net zo goed mijn mot als de zijne
En hij laat hem vliegen !
Heeft hij trouwens moeten bezuren,
Want ik heb die flater geslagen, geslagen, ontzettend.
Hij wist op den duur niet meer waar hij het zoeken moest.
En ik wist niet eens wat hij zocht.
Maar, terwijl ik zo om me heen kijk,
Zie ik weer dat oogje dat die juffrouw op me heb laten vallen,
Het lag nog steeds op dezelfde plaats.
Ik kijk er nog eens goed naar
En meteen ben ik de kluts kwijt.
Ik ben nu al drieënzestig jaar
En van mijn vierde heb ik al een kluts.
Zit je ineens zonder kluts,
Zie je al die mensen allemaal met een kluts
En ik zat zonder.
Nou ik zat danig in mijn piepzak.
Zeg maar dat is een benauwd gevoel,
Heb u wel eens in uw piepzak gezeten ?
En je kan er niet uit,
Ik zag er tenminste geen gat in.
En je wordt er zo nerveus van,
Want steeds hoor je maar dat klagende piep, piep, piep van die zak.
Ik kreeg er op den duur een punthoofd van, zeg maar.
Dat was mijn redding,
Want toen stak ik met mijn punthoofd een gaatje in mijn piepzak
En toen kon ik er weer uit.
Dat moet een heel gek gezicht geweest zijn,
Of dacht je van niet.
Als je ineens iemand met een punthoofd uit een piepzak ziet kruipen.
De mensen er omheen schrokken zich een hoedje !
Heb ik zo’n hoedje afgepikt en op dat punthoofd gezet,
Zag je het niet meer zo erg.
Maar hoe vind je nou de houding van zo’n snert flater?
Kom ik, nog wit van schrik natuurlijk, uit mijn piepzak,
Probeert die flater me een loer te draaien.
Nou heb ik een neef die heeft een draaibank,
Heb ik dikwijls bij staan kijken,
Dus ik zag meteen dat die loer helemaal verkeerd gedraaid was.
Het was geen jofele loer,
Nee het was een echte sof loer.
Ben ik kwaad geworden,
Ik vlieg op die flater af
En grijp hem in zijn lurven,
Grijp ik in mijn zenuwen veel te hard,
Hou ik alleen zijn lurven in mijn handen.
Nu heb ik zelf twee van die dingen,
Dus wat moet ik er nou mee doen.
Nou, door al die flauwekul heb ik me danig zitten opwinden,
Ben ik eerst een poosje gaan aflopen.
Ik kreeg er op den duur gewoon tabak van en ik rook niet.
Weet je wat nou zo moeilijk is met zo’n verhaal ?
Zo’n verhaal, je kan er niet mee ophouden.
Ik kan nou de plaat wel poetsen,
Maar dat is ook geen gezicht.
Weet je wat ik doe, ik spreek jullie nog wel.
Ik draai er een punt aan.
Modjooi !

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten