Home / Voordrachten / Heerejee

Heerejee

Met dank aan Piet Sterk voor het insturen van de tekst

Ik had mijn maandgeld pas ontvangen,
Ik stapte er een flink vandoor.
Dat gebeurde mij in geen lange,
Dat kwam bij mij zoo zelden voor.
Daar ontmoette ik in een straatje
Zo een lieve knappe meid.
Ik maakte terstond met haar een praatje,
Maar ach zij had zoo weinig tijd.
Liefste sprak ik, zoo alleen. Heerejee, heerejee.
Waar moet jij zoo laat nog heen. Heerejee, heerejee.
Ik kreeg in ’t meissie werkelijk zin. Heerejee, heerejee.
Ik streelde d’r wanggetjes en de kin, ach heere, heere, heerejee.

Ik vroeg haar mag ik u geleide
En zij sloeg haar oogies neer.
Terwijl ze minzaam tot mij zeide,
Ach ik woon zoo ver mehair.
Dan zal ik een rijtuig laten komen,
Ginds zie ik een ruime koes,
Stap maar in en zonder schromen,
Sprak ik allerliefste snoes.
Ik zei koetsier, dit dametje is niet goed. Heerejee, heerejee.
Rijd dus langzaam zonder spoed. Heerejee, heerejee.
Maar ’t was of die vent mij niet begreep. Heerejee, heerejee.
Want hij legt op z’n paard de zweep, ach heere, heere, heerejee.

Zulk rijden kon mij niet bekoren,
Ik stapte met mijn dame uit.
Die wel naar mij wilde horen,
Wij namen dus een kloek besluit.
Laat ons liever iets gaan eten,
Ginder in dat restoran,
Rolmops, kalfskop of kastanjer,
Kom eet m’n engeltje, kom eet er van.
Maar zij at zes porties achtereen. Heerejee, heerejee.
Toen zei ze ik lus er nog wel één. Heerejee, heerejee.
Ik zei natuurlijk “ja” voor m’n fatsoen. Heerejee, heerejee.
Ik vraag u wat kon ik ander doen, ach heere, heere, heerejee.

Ik vroeg haar wilt ge niet wat drinken,
Een extra fles madeira wijn.
Zij zei als ik met u zal klinken,
Dan zal het champagne zijn.
Nauwelijks had ik ’t woord vernomen
Of ’t glas stond schuimend vol.
En de wijn bij volle stromen,
Maakte mij m’n kop op hol.
Ik sprak van liefde en van trouw, Heerejee, heerejee.
En ik zei jij word mijn vrouw. Heerejee, heerejee.
Altijd blijven we bij mekaar, Heerejee, heerejee.
En ik hield woord, ja luister maar, o heere, heere, heerejee.

Na een maand was ik gevangen,
Ik was m’n gulle vrijheid kwijt.
’t Huwelijk was voor mij bij lange
Dan ook geen zaligheid.
Nooit zal ik ’t entree vertellen,
O zij heeft mij zoo gefopt.
En de wroeging kan mij kwellen
Want zij had zich ….. volgestopt.
Valsch was alles wat zij had. Heerejee, heerejee.
D’r haren en d’r tanden en ja weet ik wat. Heerejee, heerejee.
Toen zij stond ik d’r onderrok. Heerejee, heerejee.
Wad ’t net een aangeklede bezemstok. ach heere, heere, heerejee !!!!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten