
STAANDE
Wijze: Ach mein lieber Augustein
Vrienden laat ons kikkers zijn,
Groot en klein, grof en fijn.
Kwaken of wij vorschen zijn
Kwa, kwa, kwa, kwijn.
Zet u dus voor een keer
Eens op de hurken neer,
En dan springt een elk vooruit
Bij maatgeluid.
HUPPELEND
Wijze: Hop Marianneke.
Kikkers springen, vroolijk zingen
Dansen poot aan pootje,
Die geen kikker wezen wil
Blijft maar uit ons slootje.
STAANDE
Wijze: Ach mein lieber Augustein
Viert een kikker feest op ’t land
Dan is ‘ t een rare klant.
Kwikt en kwakt tot groot en klein
Netjes en fijn
Wij doen ’t hem nu eens na
Kwa, kwa, kwa, kwa, kwa, kwa,
Vrienden zet u voor een keer
Als kikkers neer.
HUPPELEND
Wijze: Hop Marianneke.
Kikkers springen ,kikker springen
Klaag thans niet ach grootje
Vlug den beenen van den grond,
Lachend poot aan pootje.
STAANDE
Wijze: Ach mein lieber Augustein
Zit zoo’n kikker in ’t groen
Kan hij zoo aardig doen,
Telkens schreeuwt op zijn gemak
Kwak, kwak, kwak, kwak,
Laten wij klein en groot
Als kikkers uit de sloot,
Laten wij op dit festijn,
Eens kikkers zijn.
HUPPELEND
Wijze: Hop Marianneke.
Kikkers springen ,vroolijk springen
’t Beste been naar voren,
Laten wij bij ’t springen ook
’t Kwak, kwak, kwak doen hooren
STAANDE
Wijze: Ach mein lieber Augustein
Zit een kikker op een kluit
Dan is het springen uit,
Zoo ook vrienden zal het zijn
Op dit festijn
Doch, wij doen ’t nog een keer
Huppelend op en neer
Buigt nu allen, een, twee, drie
Kwa, kwa, kwa, kwie.
HUPPELEND
Wijze: Hop Marianneke.
Kikkers springen, vroolijk springen
Oud en jong kwaken,
Ieder springt en huppelt mee
Dit moet vreugde maken.
Allen scharen zich achter elkaar in rijen, en zorgen dat men bij het huppelen goed maat houdt met zijn buurman. Het huppelen als kikvorschen. De gansche schaar moet aan het einde van het lied tevens aan het einde der zaal zijn, dan begint men weer van voren af aan, dezelfde beweging achterwaarts.