
Waarde Dames, waarde Heren,
hebt u ook mijn man gezien,
die is zomaar weggelopen
zonder weten van z’n Lien.
Niemand is zo dol op feestjes
en partijtjes als m’n Piet,
maar ik laat hem nooit alleen gaan,
nee hoor dat vertrouw ik niet.
Gisteren werden wij genodigd,
door deze feestelingen hier,
maar m’n hondje was gestorven
en dan heb ik geen plezier.
Piet zei: Mens is dat geen rede,
ga mee naar het feestje kom,
maar ik wilde er niets van horen,
Bobby krijg ik niet weerom.
Daar opeens een uur geleden,
moest mijn Piet naar het postkantoor,
ik vroeg wat moet dat beduiden,
hij riep het is voor zaken hoor.
Ik wachtte en ik wachtte
en dacht waar blijft die Piet.
Heeft ie ’n ongeluk gekregen,
waarom zegt hij dat dan niet.
Hier kom ik de booswicht zoeken,
lieve mensen lach maar niet,
ik begrijp wel hoe ge eenparig,
aan m’n man een schuilplaats biedt.
O die uitgeslapen Piet,
in zijn vuistje zal hij lachen,
maar vanavond lacht hij niet,
nee, hij zal me niet ontkomen.
Waarde vrienden zeg hem maar,
Lien staat straks als hij naar huis komt,
reeds met haar pantoffel klaar…