Mevrouw
Het is in deze dagen bij mij een bitter kruis
Het is één de grootste plagen, zo’n nieuwe meid in huis
Het zou dan nog zo erg niet zijn, als zij maar handig was,
Maar lieve goedheid, deze Trijn is zo groen als gras.
Ik durf haast niets haar toe te vertrouwen,
Want alles doet zij verkeer, het is de domste aller vrouwen.
Niemendal heeft zij geleerd.
Mevrouw
Nee, om u allen de waarheid te zeggen, heb ik al veel dienstmeiden gehad, maar vreselijk veel domme ook. Maar zo onuitsprekelijk dom als deze is, heb ik me nog nooit in mijn leven aangetroffen, ze weet niets, ze kent niets. En wat nog het ergste van alles is, ze stoort zich ook aan niets, de hele dag moet ik er achteraan lopen. Trijntje dit, Trijntje dat, alles moet ik haar wijzen en alles doet zij dan nog verkeerd en is soms om razend en wanhopig onder te worden. Maar wat kan ik ertegen doen, haar wegsturen ? Wie weet hoe lang ik dan zonder meid zit en dat is helemaal niet uit te houden. Dus ik moet me maar in mijn bitter lot trachten te schikken.
Kom aan, ik zal maar eens gaan zien wat ze nu weer uitvoert.
(Trijn rinkelt in de keuken met een stoffer en blik)
Mevrouw
O, goeie genade, daar heb je het alweer, gisteren mijn prachtige wervies gebroken en nu weer mijn mooiste Japanse kop en schotels tot gruus gegooid. Die meid ruïneert me nog.
Mevrouw gaat naar de keuken en zij zegt: Wat doe je Trijn !
Trijn komt op en zingt vers 1:
Vanuit mijn dorpie kom ik hier
Wiede wied bom bom
Ik heb in dienen veel plezier
Wiede wied bom bom
Ik doe hier razend goed mijn best,
En ik maal volstrekt niet om de rest,
Want alles komt terecht in ’t lest
Wiede wied bom bom
Vers 2
Mevrouw schijnt niet zo erg voldaan
Wiede wied bom bom
Maar och, daar stoort Trijn zich niet aan
Wiede wied bom bom
Ik doe hier razend goed mijn best,
En ik maal volstrekt niet om de rest,
Want alles komt terecht in ’t lest
Wiede wied bom bom
Trijn
Welja, alles komt terecht, dat zei me grootmoeder nog toen ik naar haar toe ging,
Ze zei, je bent altijd een mirakel voor mij geweest en dat zal je wel blijven ook. Ga dus naar die mevrouw en dan komt alles terecht, zei me grootmoeder. En als je grootmoeder dat zegt, dan is het natuurlijk zo. Nou, ik moet zeggen dat ik hier de boel al knapjes onder handen heb genomen.
Mevrouw
Ja, dat mag je waarlijk nog wel eens zeggen !
Trijn
Ik heb hier de boel …..
Mevrouw
Zul je je mond houden !
Trijn
Je mond houden, mevrouw en u zegt zelf: ik zou het nog maar eens zeggen.
Mevrouw
Ben je van plan me voor de mal te houden schepsel ?!
Trijn
Als u het goed vindt, zeker !
Mevrouw
Nu vraag ik eens aan ieder mens wat moet ik met zo’n meid beginnen ? Begrijp je dan niet dat ik dol ben !
Trijn
Blijft u dat ook mevrouw ?
Mijn grootmoeder zei altijd dat dolle honden …..
Mevrouw
Zwijg zeg ik je ! Geen woord meer, hoor je !
Zeg me eens, wat heb je nu weer uitgevoerd ?
Nu, wat heb je nu weer uitgevoerd ?
Zul je spreken Trijn, ja of nee.
(Trijn schudt van nee)
Mevrouw
Wat nee, gezwind je mond los, geef antwoord !
Trijn
En u zegt zelf als ik spreek, hou jij je mond en dat heeft u gisteren ook al gezegd.
Mevrouw
Maar als ik je wat vraag, zul je antwoord geven !
Vertel eens, wat heb je nu weer gebroken ?
Trijn
Wéér gebroken ! Mevrouw, ik breek alles maar één keer !
Mevrouw
Ja, dat begrijp ik ook wel. Maar zeg me eens wat je het laatst gebroken hebt.
Trijn
O, mevrouw, die twee dingen vielen tegelijk uit mijn handen.
Mevrouw
Die twee dingen ? Welke twee dingen !
Trijn
O, u weet het ommers wel, die pot boerenjongens
Mevrouw
O, mijn heerlijke boerenjongens ……
Trijn
Nee mevrouw, ik heb wel een pot gezien, maar geen enkele jongen – u vergist zich zeker !
Mevrouw
En wat heb je nog meer gebroken ?
Trijn
O …. En dat ding met reukgeur
Mevrouw
O ! Mijn heerlijke flacon met duizenden bloemengeur
Trijn
Nee mevrouw, er zat geen enkele bloem in, nog wel minder dan duizend.
Mevrouw
O schepsel, wat breek je me toch veel !
Trijn
Nou, dat gaat nog al mevrouw ….
Mevrouw
Zo, vind je dat ?
Trijn
O heden, ja thuis brak ik alles, behalve mij zelf, zei mijn grootmoeder altijd.
Mevrouw
Zo, maar vertel eens, hoe kwam dat dan toch ?
Trijn
Dat zal ik u laten zien mevrouw ….
(Trijn neemt twee voorwerpen in haar hand en slaat ze tegen elkaar stuk)
Trijn
Kijk mevrouw, dit is dat ding met die reukgeur en dit is die pot boerenjongens …..
Toen liep ik hard door de kamer, zo ziet u, en toen was het kapot.
(Ze slaat de dingen tegen elkaar)
Mevrouw
Maar meid, nou gooi je me dat ook nog stuk.
Trijn
Ja natuurlijk, om te bewijzen hoe het kwam ….
Mevrouw
Maar daar vraag ik je toch niet naar, om mij nog meer te breken, schepsel !
Trijn
Hoe mot ik het anders vertellen mevrouw ?
Mevrouw
Zwijg er maar over — het is dus stuk
Trijn
Ja mevrouw en wel aan duizend stukken en in de grote spiegel daar is alleen maar een flinke barst in gekomen,
dus dat is goed afgelopen ………
Mevrouw
Wát zeg je ? In de grote spiegel ?
Trijn
Ja, dat weet u ommers wel, de spiegel op de slaapkamer daar ben ik ommers met een trapje door gevallen
en dat is dus ook goed afgelopen.
Mevrouw
En dat vertel je me nu zo maar, of dat het de moeite niet waard is om over te spreken.
Trijn
Over een paar dagen zal er wel een stuk uitvallen, maar Trijn alles komt terecht zegt me grootmoeder, mevrouw.
(We zullen ’t hopen)
Mevrouw
Hoe staat het met het eten ?
Trijn
Nou mevrouw, ik zou wel weer es wat lusten ….
Mevrouw
Och meid, ik bedoel heb je het al bijn klaar ?
Trijn
Ja mevrouw, de komkommer is al gekookt
Mevrouw
Wat zeg je ? Al gekookt ?
Trijn
Ja, maar de amandelen en augurken die willen niet gaar worden.
Mevrouw
Hou op mens ! Wie gaat er nou komkommer en augurken koken ?
En wat heb je met die haring gedaan ?
Trijn
Gebakken natuurlijk !
Mevrouw
Ik wou nog al een heerlijke huzarensla opdissen
Trijn
Waar zijn die ? Eet men hier huzaren in de sla ?
Mevrouw
O, het eten zal weer kostelijk wezen ……
O, als ik zelf toch niet kijk !
(Mevrouw gaat af)
Trijn
Ziet u, zo gaat het de hele dag. Het is een doodgoed mens, maar van eten klaarmaken, daar is ze niet mee op de hoogte ……
Ben ik niet een flinke meid, een beter moet nog komen. Dat heeft Klaas mij zelf gezeid, ik heb het reeds vernomen. Een ieder uit het dorpie kent Klaas, lief als een beste vent. Wij zijn steeds het leukste paartje, we trouwen binnen ’t jaartje ……
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.