Ik ben op zoek naar: |
Bladmuziek |
De tekst is er wel waarvoor hartelijk dank, graag tot wederdienst bereid. Nu zoek ik de muziek nog.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
Benieuwd of je deze tekst hebt.
Helaas mis ik ook de muziek.
Nr 4517 TERUGKOMST VAN MANKE NELIS
1 Bezong Uw manke Nelis zijn begrafenis (nr 586)
Maar nu komt het mooiste nog pas aan
Ik zal U nu het laatste nieuws vertellen gaan
Ze zaten in de kroeg zo als U reeds heb gemeld
Toen plotseling dronken Toon
lijkwit naar binnen kwam gesneld
Hij riep jongens geef me een glas water voor de schrik
Der is een wonder pas gebeurd, o mens ik stik
Want zo even komt die vent al van het kerkhof bij mij aan
en die verteld me, dooie Nelis is zo juist weer opgestaan
Hij was maar schijndood en is zo even woest gestemd
Uit zijn kuil geklauterd zo maar in zijn hemd
Fijn gewandeld naar de dijk en daar zit ie nou te kijk
Als een tweede effen nagemaakte lijk.
2 Als antwoord ging een rauwe gil toen door de kroeg
En een ieder die stond genageld aan de grond.
Ze dronken van de schrik elkanders glaasjes leeg
Keken allen dom verslagen in het rond
Maar schele Dries die riep hier mot gehandeld worden vlug
Bestel de stoet opnieuw, dan halen we Nelis weer terug
Zo gezegd en zo werd het ook gedaan
En even later zag je ze weer voor het kroegje staan
De koets en de bakkies die hem s’morgens hadden weggebracht
En de kraaien liepen weer in hun officiele kleederdracht
En zo reed de heele stoet met veel bekijk
Weg om Nelis op te halen van de dijk
Kijk eerst eens goed riep rooie Kris
of het manke Nelis degelijk is
Het komt mij te link voor jongens die heele bissenis.
3 Maar onderweg kwam Gerrit plots op een idee
Hij riep zeg stop eens eventjes koetsier
Wat moet die lijkkoets, nou het geen begraafenis is meer
We moeten hem halen in een janplezier
Dat is waar ook riep een elk daar hebben wij niet aan gedacht
En daarom werd er gauw een bruiloftswinkel opgezocht.
En ze hebben terwijl er stevig werd gebierd
De koets met heele mooie slingertjes versierd.
Met lampions en vlaggen en al de kraaien wat een mop
Die kregen allemaal een bruilofsmutsien boven op der kop.
En zo reed de heele stoet wie doet je wat
Naar de dijk waar manke Nelis zat.
Ze droegen hem rond en ze heesen hem toen
Met een kruikje bols en een fles citroen
De koets intuschen al de slingers en het groen.
4 In de spaardammerstraat daar werd toen weer gestopt
Weer bij dat kroegje op verzoek van rooie Bart.
Maar Nelis riep rij door want anders blijf ik hier
Misschien weer staan al onder het biljard
En hossend zingend swaaiend is het stel de stad toen ingegaan
Kwam de versierde rouwstoet weer terug in de Jordaan
Nelis sprong toen in zijn hempje op de bok
Riep wie leent me even een broekie of een rok
Ik sterf hier van de kou ik sta te rillen als een riet
Krijg een bekeuring aan mijn pet
wanneer een smeris mijn zo ziet
En ze stopten voor de deur toen van zijn vrouw
Nou toen die der vent weer zag toen viel ze dadelijk flauw
Gilde o Nelis wat een strop
sterf jij nou gauw want die honderd pop
Die ik van het dodenfonds gekregen heb zijn op.
5 De fondsbode die Nelis zag die kreeg een stuip
Gilde mijn honderd poppies terug kadin
Als jij me niet op staande voet terug betaald
Slaan ik meteen je hersens in.
Die grappemakerij van jou die koste mijn men loodse biet
Betalen of je kist weer in of je levend bent of niet.
Maar de kastelijk riep wacht nog eens even dooie vent
Laat ie mijn maar eerst betalen ik krijg ook nog menig cent
En zijn vrouw riep zeg dooie dief wat lever jij me nou
Ik heb alweer een andere vent
ik had niet meer gerekend op jou.
Maar Nelis zei scheld maar raak ik houd me stil
Ik wil toch zeker nog doodgaan wanneer ik wil
Ik blijf nog fijn in de Jordaan
ik heb nog een lekker neutje staan
Leve de lol die dooie boel is niks gedaan.
uit het schrift van G. Bakker (Gijs langs de Weg)