De Kapitein en zijne moeder

Jacqueline Deckers - 14-08-2012



Wie kent dit gedicht?








Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




1 reactie

  1. Mijn dierbare dochter, als de haan

    Ons morgen uit den slaap zal wekken

    Laat ons alras reisvaardig staan

    Wij zullen ver zeer verre gaan

    En ’t regiment voorbij zien trekken

    Zij keren roemrijk uit den slag

    Na jaren afzijns, en uw broeder

    Dien ik door ’t lot mij onttrokken zag

    Zal ons omhelzen als hij plag

    En troosten zijne bedrukte moeder

    En ’s morgens vroeg voor zonsopstand

    Eer al ’t gevogelte nog was wakker

    Zo gingen zij door heide en zand

    De moeder aan haar dochters hand

    Twee schamele vrouwen langs den akker

    Zij gingen uren uren wijd

    De moeder stram en traag van voeten

    De dochter huppelend aan haar zijd’

    Doch beiden in hun ziel verblijd

    Met hoop die alles kan verzoeten

    Zij kwamen eindelijk aan den voet

    Eens heuvels bij den weg gelegen

    Het meisje klom er op met spoed

    Verheug u moeder, o schep moed

    ‘k Zie ginds een stofwolk opgestegen

    Zij draaide ’t hoofd al luisterend om

    Mij dunkt ik hoor… of zijn ’t de bijen

    Die dommelen op de boekweitblom

    O neen ’t is trommelen van de trom

    Daar zijn ze ons heil is te benijden

    Mijn moeder is ’t mij toegestaan

    Ik wil zijn roer en ransel dragen

    Opdat hij vrij met u mag gaan

    Nu dalen ze af tot op de baan

    Met harten die van vreugde jagen

    Daar nadert op gemeten tred

    Het regiment met trom en hoorn

    Welaan mijn kind thans wel gelet

    Laat ons door vrees nog angst ontzet

    Met blikken door de rangen boren

    Dan ach zij trokken al voorbij

    En de enige die zij niet zagen

    Van al wie wapens droeg was hij

    De moeder zeeg van smart terzij

    En ’t meisje moest de droeve schragen

    Maar moeder … zo mijn oog niet mist

    Dat kruis van eer, die blote degen

    Die ginds de rangen deelt en splitst

    De kapitein … o God hij is ’t

    Hij ziet erkent ons, vliegt ons tegen

    En op der vrouwen schel geroep

    Van dierbare zoon en dierbare broeder

    Zijn duizend ogen uit den troep

    Gevestigd op een schone groep

    De kapitein en zijne moeder

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten