de wolf en de zeven geitjes

Hanny Ruys - 24-11-2016


Auteur tekst: ???
Type: voordracht

Een voordracht over de wolf en de zeven geitjes in plat Amsterdams








Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *




5 reacties

  1. Sietze Visser

    De wollef en de sefe geitjes
    Der wazze es sefe geitjes. Op een dag gong de ouwe geit naar de mart. Toen see ze tege de geitjes: “Jonges, moe mot effe weg. Geen rottigheid uithale! En as de wollef komp, seg ie maar as dattie dood ken falle. Nie ope doen!”
    “Das hartstikke krent.”
    ”seeje de geitjes. “Nou, de mazzel dan.”
    Toen de ouwe weg was, gonge de geitjes spelletjes doen en alles was kits, totdat er aan de deur werd gerommeld. “Daar hebbie het gedonder in de glase” seeje de geitjes “Wat mot je?” vroeg der een.
    “Maak de deur es effe ope, knapie” see de wolf die buite sting en de boel wou vernaggele.
    “Je suster” seeje de geitjes, die hoorde dattet de wollef was. “We kijke wel uit hoor. Neem je tante in de feiling!””. Affijn de wollef drukte ze porum, wantie voelde wel dattet een fuil bakkie was. Effe later kwam die trug en see metten frouwestem dasse de deur ope moeste make, want de tent sat nog steeds op slot.
    De geitjes dachte dat alles jofel was. Maar eentje waster toch so link om de wollef te frage om se poot te late sien. De wollef snapte dattie fout gong astie se parreke liet sien. Dus druktenie se snor maar weer.. Nou mostie wat anders fersinne. Hij douwde se patte innet meel om se wit te late schijne.
    Toentie se grijpstuivers aan de geite had late sien, dachte se dat alles okee was en se seeje: “Goeie soep jonges, open de tent!” De wollef kwam binne en see: “Nou heb ik je aan je staart, fuile stinkers!” De geite schrokke der eige het apesuur. De wollef sloeg se hallef lens en frat se op.
    Alleen het sevende geitje was so link om in de klok te duike en die bleef daar sitte totdat de wollef em pleite gong.
    Affijn, ’s aves kiwam de ouwe geit hartstikke in de lorem thuis en het kleine geitje see dat de wollef de andere in se muil had gedouwd. “Soon fuil stukkie schorem”, see de ouwe. “ Die rotgeintje sal ik die goser wel es effe aflere.”. De ouwe nam een end hout. Se gong metter geitje naar het hol fan de wollef, die daar met se fette, folle pens op se blote bunker lag te snurreke.
    “Hebbie me kindere opgefrete, loeder!” schreeuwde de ouwe.
    De wollef werd wakker en schrok se eige rot. “Beije meslogge” see die, “ik heb geen poot buite de deur geset!” Hij liegt dattie barst”, riep het geitje, “ik heppet sellef gesien”. De ouwe sprong naar de wollef toe en sloeg em se harses immekaar.
    De wollef lag meteen foor pampes en was in een mum fan tijd de pijp uit.
    De ouwe nam een nijffie en snee de pens fan de wollef open. De ses geitjes spronge der uit en songe: “Daar Benne me weer.”
    “Jullie kenne fan geluk spreke”, see de ouwe, “daar wassie bijna de pineut geweest.” Affijn, om kort te gaan, se stouwde de borst fan de wollef fol met keien en keilden em de sloot in. En de geitjes leefde nog lang en gelukkig.

  2. Beste heer Visser,
    kunt u de tekst misschien nog sturen? Daar zou u iemand heel blij mee maken!
    Hartelijk bedankt.
    Mieke – SeniorPlaza

  3. Mieke – SeniorPlaza

    Beste Sietze Visser
    als u de tekst digitaal heeft kunt u die in een reactie bijvoegen.
    Als u de tekst alleen per post op wilt sturen, horen we het graag. Dan zullen we u het adres sturen van Hanny Ruys.

  4. Wat enig, de tweelingbroer van m’n vader droeg het altijd voor op bruiloften en partijen maar niet voordat hij twee jenevertjes op had. Ik zie uit naar de tekst.

  5. Ik heb de tekst.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten