
Ik zoek een liedje met de volgende tekst:
We werkten te saam in een inleggerij en pelden garnalen met uitjes.
En menige knul kwam er lachend voorbij en keek naar haar mollige kuiten.
Vaak vroeg er een een avondje uit en zij wat heeft die meid een lekkere snuit.
Hein gaf sloegen en zij had sjans zo kwam de verkering tussen Hein en Jans’.
Dit was het eerste couplet; ik wil vragen of iemand de hele tekst kent.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Ik zong hem zo;
Ze wrkten tesaam op een inleggerij, Hein pelde garnalen, Jans uitjes
En menige knul kwam daar lachend voorbij en keek naar haar mollige kuitjes
Vaak vroeg haar d’r een voor een avondje uit en zei meid wat heb jij een lekkere snuit
Tot Hein d’r veel sjoege gaf en zij hem sjans, toen werd het verkering tussen Hein en Jans
Hij zwoer haar van liefde en eeuwige trouw, zodoende kwam zij toen te vallen
Maar toen die d’r had als zijn wettige vrouw ging hij haar het leven vergallen
Hij zat altijd ’s avonds heel laat in de kroeg en als zij dan kwam en om huishoudgeld vroeg
Dan nam ie de pook en soms de beddeplank op en sloeg haar met liefde een deuk in d’r kop.
Zij kon daar niet tegen, gaf hem daarvan blijk, ze pakte d’r hebben en houwen
Ging naar d’r tante Jans op de Zeedijk, daar zaten nog meer van die vrouwen
Tante gaf haar een bloesje van kant en van zij, een doos sigaretten en nog wat erbij
Zo zat zij voor het raam met een jofele lach en zei met haar handje de mannen gedag
Het werd snel bekend in de hele Jordaan, toen Hein het geval kreeg te horen
Sprak hij ‘k zal die meid ongelukkig gaan slaan, want zoiets kan mij niet bekoren
Hij ging naar die tante in ’t bewuste bordeel en greep daar die dame meteen bij d’r keel
Ze gaf ‘m een soeja en Hein trok zijn nijf, stak daarmee die tante pardoes in d’r lijf
Maar nou zit ie fijn een tijd achter ’t slot en treurt om z’n jofele niese
die van d’r leven geen kerel meer mot, ze houdt ze nou fijn in de smiezen
De zaak van die tante verliep, werd een sof, zij zelf ging toen dood, ligt nou op ’t vredehof
En Hein is voor tien jaar de lik in gegaan en Jans woont weer als vroeger in die fijne Jordaan.
Hallo Christina,
Mijn moeder zong dit lied vaak, hoewel zij het laatste couplet/de laatste coupletten niet meer kende. Wél herinnerde ze zich dat er iets instond van “hij stak een nijf in der lijf”.
De melodie die zij zong was wél hetzelfde als van Alie Roelvink.
Zij zong het als volgt:
Zij werkte in de Jordaan in een inleggerij, zij pelde garnalen en uitjes.
En menig jongheertje kwam lachend voorbij en keek naar haar mollige kuitjes
Hein vond haar zo enig, zo echt naar zijn zin,
Haar kleding zo fijn en haar kapsel kedin.
Hein gaf toen sjoege en zij gaf toen sjans,
Zo begon de verkering van Hein en van Jans.
Hij sprak haar van liefde en eeuwige trouw maar zo kwam ons Jansje te vallen.
Want toen hij haar had als zijn wettige vrouw, toen ging hij der leven vergallen.
Wanneer hij dan thuiskwam heel laat uit de kroeg
En als Jans om geld voor het huishouden vroeg
Dan nam hij een stoel of een beddenplank op
En sloeg haar uit liefde een gat in der kop.
Jans kon daar niet tegen, daarvan gaf zij blijk.
Zij pakte haar hebben en houwen
En ging naar een tante al op de zeedijk.
Daar zaten nog meer van die vrouwen.
Zij gaven der een jurrekie van kant en van zij,
Een doossie Piraten en nog wat daarbij.
En nu zit zij daar met een jofele lach
En zegt alle mannen met der handje gedag.
Hoewel zes jaar te laat, wilde ik het je toch even laten weten
Met vriendelijke groet,
André Volkers
Verbroken geluk van Alie Roelvink
We werkten tesaam op in inleggerij Hein pelden garnalen ik uitjes.
En menige knul kwam er lachend voorbij en keek naar mijn mollige kuitjes.
Vaak vroeg er een één avondje uit en zij mij wat heb jij een lekkere snuit.
Dat Hein me veel sjoegen gaf en in heb sjans zo werd de verkering tussen Hein en Jans’.
Hij zwoer me van liefde en eeuwige trouw zo doende kwam ik toen te vallen
Maar toen in mijn hart als een wettige vrouw ging Hein mij het leven vergallen
Hij zat altijd s ’avonds heel laat in de kroeg en als ik dan kwam en om huishoudgeld vroeg.
Dan namie de pook soms de beddenplank boek en sloeg me met liefde een deuk in mijn kop.
Daar kon ik niet tegen gaf hem daarvan blijk ik pakte mijn hebben en houwen
En ging naar mijn tante Jans op de zeedijk daar zaten nog meer van die vrouwen.
Zij gaf mij een bloesje van kant en van zij een doos sigaretten en nog wat erbij
Zo zat ik voor het raam met een joggen een lach en zij met men handje de mannen gedag
Het werd gauw bekend in de hele Jordaan toen Hein het geval kreeg te horen.
Sprak hij ik zal die meid ongelukkig gaan slaan wand zo iets kan mij niet bekoren.
Hein ging naar mijn tante ik het bewust bordeel en greep daar die dame meteen bij haar keel
Ze gaf hem een snoeiard en hij trok zijn neif stak daar mijn tante pardoes ik der lijf
Maar nou zit tie lekker tijd achter het slot en treurt om zijn jofele niese
Die nooit van zijn leven een kerel meer wordt ze houd ze nu Hein in de smieze
mijn tante der zaak die verviert werdt ontzocht zij zelf ging toen dood ligt nou op vredehof
en Hein is voor 10 jaar de lik in gegaan ik woon weer als vroeger in de fijne Jordaan
Ik heb het nummer in mijn bezit als u het nummer wilt hebben dan hoor ik het wel.
Groetjes
Hallo Christina Huijer,
Het liedje dat je zocht is van Alie Roelvink
En het heet “Verbroken geluk”
Componist: Ferry Ridderhof
Componist: Louis Noiret
Ik heb wel het nummer in mijn bezit, maar
niet de tekst.
Als je het nummer wilt hebben stuur mij dan een berichtje.
Groeten Jaap