Home / Voordrachten / De bakker en de dienstmeid

De bakker en de dienstmeid


Vroolijke voordracht voor Heer en Dame

De bakker in bakkerskleederen met broodmand
De dienstmeid netjes en elegant gekleed

Dienstmeid:
Wat blijft de bakker nu toch uit
’t Is negen uur, die schalksche guit,
Daar ik ’t ontbijt opbrengen moet;
Nu ‘k zal hem zeggen kort en goed,
Dat hij de bakker zelf moet leeren,
Het brood op tijd te presenteeren.

(Er wordt gescheld)

Dacht ik het niet? daar heb je ’t al,
Ze schellen maar, die vette ganzen,
En ’n meid moet op ’t geklingel dansen,
Maar hij krijgt geen versch brood vandaag,
En vulle maar met thee zijn maag.

(Zij vertrekt, de bakker komt van een
andere zijde binnen, zingende op wijze
“Juffrouw pas op je hondje”:)

Hier ben ik lieve meid,
Pas ik niet op mijn tijd,
Je moppert anders weer,
En dat doet mij zoo zeer.
Maar ach wat een verdriet,
Mijn liefje is er nog niet.
Als zij maar spoedig komt,
Opdat mijn baas niet bromt.
Ik moet haar nu eens even vragen,
Na hoeveel dagen
Zij het wil wagen.
Ja, ‘k vraag haar, na hoeveel dagen,
Zij in ’t bootje wil met mij.

Ja, ja het moet er maar naar toe,
‘k Kan zonder vrouwtje niet meer leven,
Ik ben het jongensleven moe,
Dat kan mij geen genot meer geven.
‘k Mankeer steeds hier en daar een knoop
En in mijn kousen draag ik gaten,
Zoodat ik voor schandaal soms loop,
Als ik ze niet kan stoppen laten.
En ga ik ’s avonds naar mijn kooi,
Dan heb ik zulke rare droomen,
En dat vind ik waarlijk niet mooi,
Neen, neen, daar moet een eind aan komen.

Dienstmeid (binnenkomende):
Zoo lummel, waar kom jij vandaan?
’t Is schande zoo lang uit te blijven,
Geef gauw het brood, loop naar de maan,
Meneer zal aan je baas wel schrijven.

Bakker:
Hè, hè dat kan wel minder gaan,
Als jij zoo’n zure smoel blijft houwen,
Dan ga ‘k er met mijn brood vandoor,
En jou meneer krijgt niets te kouwen.

Dienstmeid:
Maar ik heb ook nog niet ontbeten.

Bakker:
Daarom moet je me welkom heeten,
Kom, geef me een kus, dan is het uit.

Dienstmeid (hem zoenende):
Nu, daar dan, maar je bent een guit!
Ik moest je eer een standjes maken,
Dat jij zoo slof bent op je zaken.

Bakker:
Of ik niet op mijn zaken let,
Dan moet je eens hooren, lieve Bet!
‘k Heb zoo lang bakkersknecht gespeeld,
Dat het mij eindelijk verveelt,
Dus ga ik voor me zelf beginnen,
Om voor ons beiden ’t brood te winnen.

Dienstmeid:
Ons beiden …… Wat bedoel je Hein?

Bakker:
Wel, gij zult weldra mijn bijslaap zijn.

Dienstmeid:
Nou hoor eens wat een astrantigheid,
Ik heb toch nog geen ja gezeid?

Bakker:
Dan moet je ’t nou doen, ……. ‘k heb gezworen
Dat jij me gauw zult toebehooren!
Ik bakker en jij bakkerin,
Zeg poes, is dat niet naar je zin?

Dienstmeid:
Nou ‘k zeg geen ja, en ook geen nee,
Ik ga nog niet in ’t schuitje mee
Of ik moet ………………

Bakker:
Daar schiet mij wat te binnen.
Zeg Bet, heb jij ook soms je zinnen
Gezet op jou meneer …… die is
Nog ongetrouwd …..

Dienstmeid:
Nou ben je mis,
Meneer een man van vijftig jaar,
Zoo bleek met olie in zijn haar
En in zijn knevel cosmetiek ….
Verliefd op hem! … ha! ‘k lach me ziek.

Bakker:
Nu dan is ’t goed, ‘k zal jou vertrouwen,
Als jij maar zegt van mij te houen.

Dienstmeid:
Geef eerst maar brood.

(Er wordt gescheld)

Daar heb je ’t weer.

Bakker:
Jij bent wat bang voor jou meneer.
Breng dan het brood maar haastig heen,
En laat me hier geen uur alleen.

(Hij zoekt in de mand)

Wel Bet nou heb ik ’t brood vergeten.

Dienstmeid:
Nu dat is wat moois! Ik moet ook nog eten.

Bakker:
Als men verliefd is eet men niets;
Bemin dus maar: hier is nog iets….

(Geeft haar een klein broodje)

Waar meneer genoeg aan heeft.
Als jij hem dit oudbakje geeft.
Kan hij wel wachten tot aan het dinee,
Morgen breng ik versch brood mee.

Dienstmeid:
Je bent een mooie … ‘k zal ’t probeeren;
Doch vrees dat hij ’t niet kan verteeren.

(Gaat met het broodje heen)

Bakker:
O! wat een meid! wat ’n hartediefje!
Wat ’n aardig, mooi, verstandig liefje!
Maar of ze mij wel erg bemint?
Zij zeurt van eten, ’t lieve kind.
En dat is verdacht, ik heb veel gelezen
Dat liefde voedt, zou dat zoo wezen?
Want ik heb ook maar weinig trek,
En vroeger was ‘k een lekkerbek.
Maar och, laat ik haar niet verdenken,
Bemint zij mij, dan zou ’t haar krenken.

(Dienstmeid komt terug en heeft zwarte vlekken
onder den neus als afdruk van een knevel)

Bakker:
Wat duivels meid,
Waar bleef je toch zoo’n lange tijd?

Dienstmeid (verlegen):
Och ik … ik ….

Bakker:
Ga maar uit mijn oogen,
Je hebt me nou genoeg bedrogen,
Kijk ’s in den spiegel! …..

(Dienstmeid doet het en wil snel het zwart afvegen)

Dienstmeid:
Lieve Heer!

Bakker:
Daar zit ’t bewijs dat jou meneer,
Nadat zijn knevel was geboend,
Jou, gemeen schepsel, heeft gezoend!

Dienstmeid:
Ik kon ’t niet helpen Jan, Hij nam
Me beet, toen ‘k in de kamer kwam
En ……..

Bakker (bedroefd):
Wat heb ik om die meid geleden!
Als ik bezig was het deeg te kneden,
Dan was ’t me of ik haar te pakken kreeg,
En tranen vielen er in het deeg.
Bakte ik beschuit en brak er een,
Dan ging het mij door merg en been.
Daar ’t was of zij in stukken viel.
’t Sneed als een mes me door de ziel,
Wanneer een brood te hard werd, want
Het scheen me toe, ik had haar verbrand.
Maar ik mocht ook zaal’ge uurtjes smaken,
Was ‘k aan het krentebroodjes maken,
Dan lachten me al de krenten toe,
Of het haar oogjes waren … Hoe
verrukte het mij als ik het deeg
Voor ’n tulband in m’n handen kreeg,
Want ik dacht, een zoentje van die meid
Smaakt beter dan die zoetigheid,
En thans …

Dienstmeid:
Och Jan, ‘k ben trouw gebleven
En wil alleen jou zoentjes geven.
Vergeet dan wat gebeurt is maar.

Bakker (tot het Bruidspaar):
Zou ik het doen beminnelijk Paar!
Dat ook in ’t bootje zijt getreden?

Dienstmeid:
Och Bruidje, doet gij een goed woord,
Maak mij toch ook gelukkig heden.

Bakker:
Nu om de Bruid, die elk behaagt,
En ’t meest den knappen Bruidegom,
Zeg ik, Bet kom aan mijn harte, kom!
En moge ons voortaan het leven,
Het heil, dat ook dit Paar smaakt, geven.

Samen zingende:
(Wijze: Mijn liefje, wat wil je nog meer)
Moog’ ’t leven nog beter u smaken,
Dan ’t lekkerste, fijnste gebak,
En kon onze klucht u vermaken,
Dan zijn wij pas recht op ons gemak.
En kon onze klucht u vermaken,
Dan zijn wij pas recht op ons gemak.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten